Previous Page  17 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 17 / 21 Next Page
Page Background

Cystenieren

15

Bijlage

·

·

Vóórkomen

De incidentie van ARPKD is 1: 20.000 levend-

geborenen.

7

De meerderheid wordt herkend gezien het

ernstige beeld. De verdeling tussen jongens en meisjes is

gelijk.

·

·

Erfelijkheid

Deze aandoening wordt veroorzaakt door

homozygote of compound heterozygote mutaties in het

PKHD1

-gen. Deze afwijking is autosomaal recessief, dit

betekent dat de ziekte alleen tot uiting kan komen wanneer

van beide ouders een mutatie is geërfd. De herhalingskans

op ARPKD bij een volgende zwangerschap bedraagt 25%.

Prenatale diagnostiek is mogelijk met behulp van

DNA-analyse of echografie. Bij ARPKD kan de sterke groei van

de nieren pas laat in de zwangerschap optreden, na de 24

e

week. Daarom heeft DNA-onderzoek de voorkeur.

DNA-onderzoek in een volgende zwangerschap is alleen

mogelijk als de oorzakelijke mutatie(s) bekend is. Prenatale

genetische diagnostiek is hierbij ook een optie.

·

·

Etiologie

ARPKD wordt veroorzaakt door mutaties in

het

PKHD1

-gen dat codeert voor fibrocystine (ook wel

polyductine genoemd). De functie van fibrocystine is nog

onbekend. Het lijkt erop dat verlies van fibrocystine de functie

van het cilium beïnvloedt en de terminale differentiatie van

de verzamelbuisjes in de nier en het galsysteem verstoort.

13

·

·

Differentiële diagnose

Deze is in het geval van cystenieren

bij foetus en pasgeborene uitgebreid en het stellen van de

juiste diagnose is van groot belang voor de prognose en het

geven van erfelijkheidsadvies.

13

Omdat het onderscheid met

cystenieren veroorzaakt door ADPKD bijzonder moeilijk kan

zijn, wordt regelmatig bij beide ouders echografie van de

nieren verricht om de mogelijkheid van ADPKD uit te sluiten.

·

·

Beloop

Deze vorm van cystenieren heeft een ernstiger

beloop dan bij ADPKDmet vroege manifestatie van cysten in

de nieren en galwegen op de kinderleeftijd. De aandoening

presenteert zich in de meeste gevallen al bij prenataal

echo-onderzoek met vergrote, echorijke nieren bij de

foetus. Door een slechte nierfunctie wordt er weinig

of geen vruchtwater gevormd. Dit geeft een gebrek

aan bewegingsvrijheid en kan leiden tot een scala aan

afwijkingen, zoals een onvolledige ontwikkeling van de

longen. Ongeveer 30% van de aangedane neonaten sterft

kort na de geboorte door longhypoplasie. De mate van

cystevorming in de nieren is echter variabel en wanneer

er voldoende urineproductie is, treden bovengenoemde

afwijkingen niet op en kan het kind levend geboren worden.

Bij kinderen die de neonatale periode overleven, ontstaat

nierfalen vaak in het eerste decennium en 60% van de

kinderen heeft nierfunctievervangende therapie nodig op de

leeftijd van 10 jaar. Ongeveer 10% van de kinderen heeft door

recidiverende cholangitis en cirrose een levertransplantatie

nodig.

10

Patiënten die de eerste maanden overleven, hebben

meer dan 80% kans op overleving langer dan 15 jaar. Sterfte is

vooral een gevolg van systemische hypertensie, nierfalen en

leverfibrose leidend tot oesophagusvarices.

·

·

Symptomen

De klinische presentatie varieert, afhankelijk

van het moment waarop de eerste symptomen tot uiting

komen en de mate van betrokkenheid van nieren en lever.

-- Kinderen die zich presenteren tijdens de zuigelingentijd,

hebben doorgaans ernstige nierproblemen en slechte

overlevingskans. Naast ademhalingsproblemen zijn er vaak

ook voedingsproblemen door de nierinsufficiëntie. Hierbij

kan ook groeivertraging optreden.

-- Bij kinderen die de neonatale periode overleven, kan in de

eerste jaren de nierfunctie verbeteren door ontwikkeling

van de nieren. Daarna treedt progressieve achteruitgang

op door toenemende cystevorming en de ontwikkeling van

interstitiële fibrose. Daarbij kunnen de volgende klachten

optreden:

·

·

Polyurie en polydipsie

Dit ontstaat door een verminderd

vermogen om urine te concentreren.

·

·

Hypertensie

Van de kinderen ontwikkelt 2/3 hypertensie

in de eerste maanden van het leven. Dit gaat meestal

vooraf aan afname van de nierfunctie. De hypertensie is

vaak ernstig en moeilijk te behandelen.

10

·

·

Hyponatriemie

Dit wordt vaak gezien bij zuigelingen

met vroege nierproblemen. Hierbij spelen het renine-

angiotensine-aldosteronsysteem en vasopressine

waarschijnlijk een rol.

10

·

·

Recidiverende urineweginfecties

Dit komt voor bij

20-50% van de kinderen, vaker bij meisjes dan bij

jongens.

10

·

·

Nierfalen

Meer dan de helft van de patiënten met ARPKD

heeft voor de leeftijd van 10 jaar nierfunctievervangende

therapie nodig vanwege nierfalen.

Autosomal recessive polycystic kidney disease (ARPKD) is een recessief overdraagbare aandoening die wordt

gekenmerkt door cysteuze verwijding van de verzamelbuizen van de nieren en afwijkingen in de ontwikkeling van de

intrahepatische galwegen waardoor congenitale leverfibrose kan ontstaan.

11

ARPKD openbaart zich in veel gevallen al

rond de geboorte of in de eerste kinderjaren en heeft een ernstiger beloop dan ADPKD.

ARPKD