Huisartsenbrochure Dunnevezelneuropathie

Dunnevezelneuropathie streven naar een regelmatig ontlastingspatroon. Overweeg in het geval van obstipatie het toevoegen van vezels (bij onvoldoende vezels in de voeding) of macrogol. Wijs de patiënt op informatie van www.thuisarts.nl/verstopping . Voor meer informatie zie de NHG-Standaard Obstipatie ; neuropatische obstipatie kan op dezelfde wijze worden benaderd als functionele obstipatie. · · Maagontledigingsproblemen Bij DVN komen vaak maagklachten voor zoals een vol gevoel en misselijkheid. Ook klachten van zuurbranden kunnen hierbij passen. Een gestoorde maagontlediging kan invloed hebben op de glucosewaarden en op de opname van bijvoorbeeld medicijnen. Een diëtist kan ondersteuning bieden en sommige patiënten hebben baat bij medicatie als domperidon en erythromycine. · · Blaasproblemen Autonome blaasproblemen komen vaker voor. Denk hierbij aan het niet goed kunnen legen van de blaas en het niet goed voelen van aandrang. Het risico hiervan is (veelvuldige) urineweginfecties en een overrekking van de blaas met incontinentie als gevolg. Consulteer laagdrempelig een uroloog voor gerichte adviezen. Intermitterend katheteriseren kan een van de behandelopties zijn. · · Seksuele problemen Door pijn, verminderde lubricatie (vrouw) of impotentie (man) en chronische vermoeidheid, kunnen patiënten last hebben van libidoverlies. Niet alle patiënten zullen dit zelf melden, het kan wel een probleem voor de patiënt en de partner zijn. Maak het onderwerp daarom bespreekbaar voor de patiënt. Verwijs de patiënt desgewenst voor hulpverlening conform de NHG- Standaard Seksuele klachten . · · Orthostatische hypotensie Duizeligheid bij opstaan en hartkloppingen zijn vervelende klachten. Wanneer DVN niet veroorzaakt wordt door DM of nierfalen kan extra zout worden gebruikt. Andere adviezen zijn halfzittend slapen en rustig opstaan waarbij eerst de benen goed moeten worden bewogen en/of het gebruik van steunkousen. Verwijs de patiënt naar een (vasculair) internist wanneer deze leefstijladviezen onvoldoende effect hebben. · · Veranderd zweetpatroon Wanneer een patiënt minder zweet, is het mogelijk dat hij zijn warmte minder goed kwijt kan. Hiervoor kan de patiënt zichzelf koelen met bijvoorbeeld natte lappen. Overmatig zweten is sociaal vaak een probleem. Op www.thuisarts.nl/zweten staan enkele adviezen. U kunt de patiënt ook een lotion of crème met aluminiumzouten voorschrijven. Pijnklachten · · Pijn De pijn bij DVN is chronisch, reageert niet of nauwelijks op de gebruikelijke analgetica en is vaak heftig, alsof men op prikkeldraad loopt. De piek van de pijn ligt daarbij vooral in rust. De pijn is beter te dragen naarmate de patiënt zelf meer invloed kan uitoefenen op de behandeling. · · Pijneducatie is gericht op het veranderen van maladaptieve pijncognities (zoals de gedachte dat pijn altijd een teken is van weefselschade) die kunnen leiden tot catastroferen. Spierziekten Nederland biedt een gratis cursus aan over omgaan met pijn. Zie ook NHG-Standaard Pijn . Stem het behandeldoel met de patiënt af. Leg uit dat verdwijnen van de pijn vaak niet mogelijk is, maar verbeteren van het functioneren en de kwaliteit van leven wel. Dat betekent niet dat de patiënt geadviseerd moet worden ommet de pijn te leren leven: patiënten ervaren dit regelmatig als kwetsend en niet serieus nemen van klachten. Uitgangspunt is de pijn zoals de patiënt deze ervaart. De huisarts legt uit dat: -- de pijn wordt veroorzaakt door schade aan de kleine zenuwvezels; -- de pijn (zeer) vervelend maar niet gevaarlijk is; -- in beweging blijven in de meeste gevallen goed is tenzij de pijn daardoor substantieel toeneemt; -- het spreiden van activiteiten nuttig is; -- afleiding pijn kan verminderen en dat stress, angst en overbelasting pijn juist kunnen verergeren; -- mindfulness kan helpen om te leren aandacht te richten op positieve gedachten; -- rond blijven lopen met gevoelens van angst, depressiviteit of frustratie een negatieve invloed heeft op de pijn; -- de werkzaamheid van sommige medicamenten pas na enige weken intreedt; -- het kan helpen om gedurende de nacht met de benen onder een dekenboog te slapen. Dit kan uitkomst bieden wanneer door allodynie aanraking van het dekbed op de voeten pijnlijk is; -- koelen ook effect kan hebben. Te veel koelen kan de huid beschadigen. · · Pijnmedicatie Overleg met de neuroloog wie de (pijn) behandeling op zich neemt. Stem de verwachtingen van de patiënt van het effect van de behandeling af, wanneer u dit zelf gaat begeleiden. Bij neuropathische pijn zijn antidepressiva, anti-epileptica en opiaten (zie Beleid ) werkzaam, al zijn er grote individuele verschillen. Zie NHG-Standaard Pijn voor praktische en doserings- adviezen. Uitzondering: bij DVN hebben SSRI’s en SNRI’s de voorkeur vanwege een iets gunstiger bijwerkingenprofiel dan TCA’s. · · Bespreek met de patiënt dat medicatie: -- slechts gedeeltelijk pijnverlichting geeft; -- vaak bijwerkingen heeft; -- laag gedoseerd start en langzaam opgehoogd wordt; -- pas na enkele weken effectief is; -- bij onvoldoende effect gecombineerd kan worden met medicatie met een ander werkingsmechanisme; -- het meest effectief is in combinatie met psycho- educatie. Evalueer het effect van de (medicamenteuze) behandeling regelmatig met de patiënt zodat de behandeling tijdig kan worden aangepast. De NRS- of VAS-score kunnen 7

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=