Zorgstandaard ADCA 2.0
38 6 Kwaliteitsinformatie De onderstaande kwaliteitscriteria zijn afgeleid van de zorgstandaard ADCA. Er is een opsplitsing gemaakt in criteria die gaan over de organisatie van zorg ( 6.1 Organisatie van zorg ) en de criteria die gelden voor specifieke fasen in de zorg ( 6.2 Diagnostiek, begeleiding en revalidatie e n 6.3 Psychosociale en maatschappelijke ondersteuning ) . In de kwaliteitscriteria wordt gesproken van neuroloog, revalidatiearts en klinisch geneticus. Hiermee worden bedoeld: een neuroloog, revalidatiearts en klinisch geneticus uit een expertisecentrum, neuroloog met een specialisatie op het gebied van bewegingsstoornissen en/of ataxie, revalidatiearts met een specialisatie in neurorevalidatie en/of een klinisch geneticus met een specialisatie in neurogenetica. 6.1 Organisatie van zorg De huisarts heeft gedurende alle fasen van het zorgtraject de regie over het zorgtraject en ziet erop toe dat alle betrokken zorgverleners uit het multi- en/of interdisciplinair team hun deel van de zorgtaken bespreken en vastleggen in het individueel zorgplan. De behandelend neuroloog is werkzaam in een expertisecentrum of heeft een specialisatie op het gebied van bewegingsstoornissen en/of ataxie. De klinisch geneticus is werkzaam in een expertisecentrum of heeft een specialisatie in neurogenetica. De revalidatiearts is werkzaam in een expertisecentrum of heeft een specialisatie in neurorevalidatie en heeft een gespecialiseerd team of staat daarmee in contact. Daar waar mogelijk vindt paramedische zorg dicht bij huis plaats. Zorgvragers met ‘de eerste symptomen’ (zoals: onzeker lopen, moeite met spreken of slikken, aanhoudende duizeligheid) van ADCA/SCA worden door de huisarts doorverwezen naar een neuroloog. Indien er sprake is van een familie bekend met ADCA/SCA in de voorgeschiedenis, dan is directe doorverwijzing naar een neuroloog uit een expertisecentrum of een neuroloog met een specialisatie in bewegingsstoornissen en/of ataxie wenselijk. Zorgvragers met een verwijzing naar de neuroloog en/of klinisch geneticus worden binnen 3 á 4 weken, na het verkrijgen van de verwijzing, door de neuroloog of klinisch geneticus gezien. Zorgvragers met symptomen van ADCA/SCA stemmen met de neuroloog, revalidatiearts en huisarts de frequentie van controle af. Niet-symptomatische zorgvragers of risicodragers maken samen met de huisarts en/of klinisch geneticus afspraken over en geven invulling aan hun (zorg)wensen en behoeften. 6.2 Diagnostiek, begeleiding en revalidatie Patiënten met ADCA en dragers van een SCA-(sub)type krijgen algemene informatie over erfelijkheid (ADCA) en een familiebrief (SCA) van de klinisch geneticus; Patiënten met ADCA/SCA en risicodragers van ADCA/SCA worden door een neuroloog en/of klinisch geneticus geïnformeerd over de voor- en nadelen van DNA-diagnostiek;
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=