Zorgstandaard ADCA 2.0
46 Deelname aan en informatie over wetenschappelijk onderzoek. Er wordt afgesproken welk zorgtraject voor de zorgvrager het meest geschikt is. De doorverwijsmogelijkheden naar bijvoorbeeld neuroloog of psychosociaal medewerker. Dat men contact op kan nemen met de klinisch geneticus als er vragen zijn. Dat de klinisch geneticus kan adviseren als er sprake is van een kinderwens. Fase 3: Begeleiding en revalidatie Symptomatische zorgvragers Zorgvragers met symptomen van ADCA/SCA krijgen met minimaal 3 zorgverleners te maken in hun zorgtraject. Om de zorg die gegeven wordt door de verschillende zorgdisciplines goed te beschrijven wordt deze per zorgverlener geformuleerd: Neuroloog Te bespreken onderwerpen en punten waarop afspraken gemaakt moeten worden tussen de symptomatische zorgvrager met ADCA/SCA en de neuroloog uit het expertisecentrum of de neuroloog met een specialisatie in bewegingsstoornissen en/of ataxie: Frequentie van controle wordt afgestemd. Zorgvrager en neuroloog stemmen de inhoud van het consult af. Moment waarop IZP geëvalueerd gaat worden aangaande de zorgtaken en verantwoordelijkheden van de neuroloog (zorgperiode die IZP dus gaat beslaan). Neuroloog en zorgvrager stemmen af wie regievoerder in die zorgfase is. Neuroloog stemt dit af met overige betrokkenen in multi- en/of interdisciplinair team. Neuroloog informeert zorgvrager over aandoening en in IZP wordt opgenomen wat de wensen en behoeften van de zorgvrager zijn ten aanzien van de huidige symptomen/klachten/beperkingen. De neuroloog informeert de zorgvrager over de zorgmogelijkheden die er zijn, op basis van de wensen en behoeften van de zorgvrager wordt de zorg beschreven in het IZP. De neuroloog informeert de zorgvrager over leefstijl (aanpassingen) en de progressie van de aandoening. In het IZP worden wensen en behoeften van zorgvrager ten aanzien van dit onderwerp genoteerd. De neuroloog informeert naar de rol en mogelijke ondersteuningswensen bij de eventuele partner, kind(eren) en/of naasten. De neuroloog informeert de zorgvrager over informatie op internet over de aandoening en hoe hiermee om te gaan. In het IZP wordt genoteerd of dit onderwerp wel/niet onderdeel is van te bespreken punten tijdens een volgend consult. De neuroloog informeert de zorgvrager over wetenschappelijk onderzoek, registraties en biobanken. In het IZP wordt genoteerd wat de wensen en behoeften van de zorgvrager ten aanzien van deze onderwerpen zijn. Doorverwijzing naar revalidatiearts en eventuele andere specialisten. Indien het een patiënt met ADCA betreft waarbij (nog) geen specifiek SCA-(sub)type is gevonden informeren naar wensen en behoeften t.a.v. toekomstig DNA-diagnostiek.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=