Zorgstandaard ADCA 2.0

48  Formuleren van wensen, behoeften en doelen zorgvrager ten aanzien van zorgtaken en verantwoordelijkheden van paramedicus.  Bepalen van geschikte hulpmiddelen en ondersteuning.  Bespreken van de rol van de eventuele partner, kind(eren) en/of naasten.  Bepaling therapie en eventuele afstemming met revalidatiearts. Fase 4: psychosociale begeleiding en maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie symptomatische zorgvragers Voor deze groep zorgvragers is het wenselijk dat zij zo lang mogelijk kunnen blijven deelnemen aan het maatschappelijk leven. Daarom is een belangrijk rol in het zorgtraject weggelegd voor de bedrijfsarts. Bedrijfsarts:  Begeleiden bij het functioneren in werk (inventariseren welke ondersteuning gewenst is om werkzaamheden uit te kunnen voeren).  Bij begeleiding en ondersteuning gebruik maken van de Zorgmodule Arbeid 1.0.  Voor informatie over progressie en therapiemogelijkheden (schriftelijk) contact onderhouden met neuroloog, revalidatiearts, paramedici en huisarts.  (zorgvrager ondersteunen bij) Informeren van werkgever.  Benodigde aanpassingen op het werk (inhoud en werkomstandigheden) worden beschreven in IZP en ook wordt plan van aanpak om dit te realiseren beschreven. Overige zorgverleners:  Inventariseren en faciliteren van gewenste ondersteuning (huisarts, neuroloog, revalidatiearts, paramedici, maatschappelijk werkende, psycholoog).  (zorgvrager ondersteunen bij) Informeren van de werkgever (huisarts, neuroloog, revalidatiearts, paramedici, maatschappelijk werkende, psycholoog). Psychosociale begeleiding  Inventariseren en faciliteren van gewenste zorg voor zorgvrager ( door: huisarts, neuroloog, klinisch geneticus, revalidatiearts, paramedicus, maatschappelijk werkende en/of psycholoog).  Informeren door zorgverlener naar impact van de aandoening op partner, kind(eren) en/of naaste(n) (door: huisarts, neuroloog, klinisch geneticus, revalidatiearts).  Inventariseren en in gang zetten van gewenste zorg voor kinderen (door: huisarts, neuroloog, klinisch geneticus, maatschappelijk werkende e/of psycholoog).  Inventariseren en in gang zetten van gewenste zorg voor kinderen jonger dan 18 jaar (door: huisarts, neuroloog, klinisch geneticus, revalidatiearts, maatschappelijk werkende en/of psycholoog).  Inventariseren en in gang zetten van gewenste zorg voor partner (door: huisarts, neuroloog, revalidatiearts, klinisch geneticus, maatschappelijk werkende, psycholoog).  Inventariseren en in gang zetten van gewenste zorg voor gezin (door: huisarts, neuroloog, revalidatiearts, klinisch geneticus, maatschappelijk werkende, psycholoog).

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=