Zorgstandaard Craniofaciale Aandoeningen versie 2.0

111 Bijlage 6 Betrokken zorgverleners In onderstaand overzicht worden de zorgverleners (in willekeurige volgorde) weergegeven die betrokken kunnen zijn per fase. Vroegtijdige onderkenning en preventie (Fase 1) Fase 1 kenmerkt zich door verschillende subgroepen (4.2.1 Indicatie), verschillen in behoefte en variatie in zorg en de verschillende routes waarop deze subgroepen het zorgtraject kunnen instromen. In deze fase is het niet vanzelfsprekend dat er in alle gevallen een regievoerend arts wordt benoemd. Daarentegen wordt er voor ieder behandeltraject altijd een hoofdbehandelaar aangesteld. Indien in deze fase wel een regievoerend arts wordt aangesteld, zal (afhankelijk van de indicatie / zwaartepunt van de aandoening) bepaald worden wie de rol van regievoerend arts heeft. Het is mogelijk dat de RA in het EC ook de hoofdbehandelaar is voor een bepaald behandeltraject. Een aantal van de onderstaande zorgverleners kan betrokken zijn in fase 1: 1. Huisarts; 2. Verloskundige (thuis of (poli-)kliniek UMC of AZ); 3. Gynaecoloog (UMC of AZ); 4. Kraamverpleegkundige (thuis of in de kraamkliniek: UMC of AZ); 5. Jeugdverpleegkundige (huisbezoek of spreekuur (CJG)); 6. Jeugdarts (spreekuur (CJG)); 7. (Kinder)Fysiotherapeut; 8. Kinderarts (UMC of AZ); 9. (Kinder)Neuroloog; 10. (Kinder)Neurochirurg; 11. Mond-, Kaak-, Aangezichtschirurg (MKA-chirurg); 12. Orthodontist; 13. Tandarts; 14. KNO-arts; 15. Klinisch geneticus (UMC of KG-spreekuur AZ, of als onderdeel van multidisciplinair team); 16. Plastisch chirurg (UMC); 17. Helmmaker; 18. Maxillofaciaal prothetist; 19. Nurse Practitioner/verpleegkundig specialist (polikliniek UMC); 20. Maatschappelijk werkende (thuis, perifeer of polikliniek UMC); 21. Psycholoog. Diagnose (Fase 2) In de 2 e lijn heeft doorgaans de kinderarts de regie. Zodra de patiënt in behandeling is van het craniofaciale team in het expertisecentrum (3 e lijn) wordt, afhankelijk van de indicatie / zwaartepunt

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=