Zorgstandaard Craniofaciale Aandoeningen versie 2.0

67 terecht bij Passend onderwijs ( www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs) en voor ondersteuning bij MEE ( www.mee.nl ) , jeugdzorg, gemeente (transitie wet jeugdzorg), educatieve voorziening binnen het ziekenhuis. Ouders kunnen bij het maken van een schoolkeuze voor hun kind gebruik maken van een (basis) stroomschema ( zie www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl/wp- content/uploads/2015/12/Stroomschema-Zorg-op-school.pdf ). Voor de volgende type leerlingen is een stroomschema ontwikkeld:  aanmelding van een nieuwe leerling in het primair onderwijs  aanmelding van een nieuwe leerling in het voorgezet onderwijs  aanmelding van een nieuwe leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs  een leerling zit al op een reguliere school als blijkt dat hij extra ondersteuning nodig heeft In deze zorgstandaard is ter illustratie het stroomschema ‘Aanmelding van een nieuwe leerling in het primair onderwijs’ 64 opgenomen in Bijlage 5 Stroomschema Passend onderwijs. Ouders kunnen met vragen over de ontwikkelingen rondom passend onderwijs terecht bij de maatschappelijk werker, de psycholoog, het JGZ team en/of MEE. Ter voorbereiding op de schoolfase worden ouders bevraagd over de weerbaarheid van hun kind en in het bijzonder in relatie tot de schoolgang. Indien er sprake is van een cognitief verminderd functioneren, is het mogelijk dat de patiënt niet of onvoldoende zou kunnen omgaan met de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de eigen rechtshandelingen. Doorgaans is de patiënt met een cognitief verminderd vermogen bekend bij een of andere organisaties. Hierdoor zijn de ouders vaak op de hoogte van de mogelijkheden van een belangenbehartiger (curatele, bewind en mentorschap 65 ). Het behandelteam, en in het bijzonder de maatschappelijk werker, houdt bij of ouders hiervan op de hoogte zijn voordat de vroege adolescentie intreedt (ca. 12-14 jaar). Kind Per leeftijdsfase worden verschillende onderwerpen besproken, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind waarbij de bewustwording van de craniofaciale aandoening een aandachtspunt is, maar ook de ontwikkeling van het kind in relatie tot vriendschap / relatie. De ‘weerbaarheid’ van het kind is hierbij erg belangrijk. De maatschappelijk werker inventariseert de problematiek en zal het kind daarna informeren en adviseren over de mogelijk te volgen hulpverleningstrajecten. Deze kunnen systeemgericht, maar ook individueel van aard zijn. Indien nodig ondersteunen de hulpverleners uit het team naar specifieke hulpverlening extern. Adolescent Per leeftijdsfase zullen verschillende onderwerpen besproken worden, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling van de adolescent waarbij de bewustwording van de craniofaciale aandoening een aandachtspunt is, de ontwikkeling van de adolescent in relatie tot vriendschap en / of relatie, de gevolgen van de craniofaciale aandoening voor het relationeel functioneren, zelfvertrouwen, versieren en weerbaarheid. De hulpverleners zijn zich bewust van deze fase specifieke periode waarbij het belangrijk is aandacht te besteden aan o.a. het proces van loslaten bij ouders en het in gaan nemen van eigen verantwoordelijkheden door de jongere. Het psychosociale team kan hulpverlening bieden bij stagnerende processen in eerdergenoemde ontwikkelingen. De

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=