Kwaliteitsstandaard Anorectale Malformatie

100 8. Module samenwerking, verwijzing en communicatie tussen zorgverleners Uitgangsvraag 6 Welke maatregelen dienen getroffen te worden om te komen tot een goede samenwerking tussen zorgverleners en verwijzing naar zorgverleners (uit de 1 e , 2 e en 3 e lijn) die betrokken zijn bij de zorg voor de patiënt met ARM, met als doel goede kwaliteit van zorg te verlenen? De uitgangsvraag omvat de volgende deelvragen: a) Welke maatregelen worden getroffen om tot een goede informatie uitwisseling te komen tussen zorgverleners binnen dezelfde instelling en met de betrokken zorgverleners buiten de instelling? Welke maatregelen worden getroffen bij shared care voor de patiënt (naasten) om tot een goede informatie uitwisseling te komen tussen de betrokken zorgverleners? Welke maatregelen worden getroffen zodat de zorgverlener de patiënt met ARM op het juiste moment verwijst naar de juiste zorgverlener? Deelvragen 6a, 6b en 6c Welke maatregelen worden getroffen om tot een goede informatie uitwisseling te komen tussen zorgverleners binnen dezelfde instelling en met de betrokken zorgverleners buiten de instelling? Welke maatregelen worden getroffen bij shared care voor de patiënt (naasten) om tot een goede informatie uitwisseling te komen tussen de betrokken zorgverleners? Welke maatregelen worden getroffen zodat de zorgverlener de patiënt met ARM op het juiste moment verwijst naar de juiste zorgverlener? Aanbevelingen • De RA ziet erop toe dat de primair en secundair betrokken specialisten binnen het multidisciplinaire team aanwezig zijn bij een multidisciplinaire overleg, ofwel indien er weinig klachten op het vlak van de betrokken specialist liggen, hem voorafgaand geïnformeerd hebben over onderzoek- en/of behandelinformatie. • In ieder geval zijn bij het multidisciplinair overleg de RA en/of zorgcoördinator, de kinderchirurg, de kinderarts en de WIS-verpleegkundige en/of verpleegkundig specialist aanwezig. Vaak is de RA een kinderchirurg. • De RA informeert de huisarts en – indien deze betrokken is – de kinderarts in het regionaal ziekenhuis over de aandoening ARM, de mogelijke complicaties en in welke situaties contact opgenomen moet worden met de RA of de zorgcoördinator van het kinderchirurgisch centrum.