Kwaliteitsstandaard Anorectale Malformatie
14 Nieuwe technieken zijn onder andere (Cytoscan HD) array en WES (in het kader van wetenschappelijk onderzoek ook WGS). Met array onderzoek kan gekeken worden naar het aantal kopieën van het DNA (copy number variation (CNV)) en daarmee kunnen chromosoomafwijkingen (deleties/duplicaties) worden opgespoord die regelmatig kunnen worden gevonden als oorzaak van ARM 133 . WES (whole exoom sequencing) is DNA-onderzoek waarbij de code van alle bekende genen (~20.000) in één keer kunnen worden bekeken. Hiermee kan gekeken wordt naar puntmutaties in genen. WGS is een techniek waarmee de complete DNA-sequentie van een organisme in kaart wordt gebracht. Wordt bij diagnostiek van ARM nog niet gebruikt, wel in het kader van wetenschappelijk onderzoek. WGS staat voor Whole Genome Sequencing. In veel gevallen wordt ook onderzoek bij ouders gedaan (trio-analyse) en soms wordt het advies gegeven om nog meer familieleden bij dit onderzoek te betrekken. Etiologie ARM In de 6 e tot 8 e week van de zwangerschap komt het einde van de oerdarm samen met het laatste stuk van het urogenitale stelsel in de “cloaca”; dit is door de cloacale membraan afgesloten van de buitenwereld. De cloaca en de cloacale membraan worden vervolgens door een tussenschot (septum) in tweeën gedeeld waarbij in het voorste gedeelte de blaas met urethra worden gevormd en in het achterste deel de endeldarm en anus. Hiermee komt er een scheiding tussen darmen en urinewegen. Rond de 8 e week groeit het septum vast op het cloacle membraan, de afstand tussen beide delen wordt groter en zo ontstaat het perineum. Bij meisjes ontwikkelt zich later in het septum/ tussenschot ook de vagina en de uterus. Bij jongens worden deze organen in beginsel wel aangelegd, maar ze verdwijnen weer. Bij een anorectale malformatie gaat er iets mis in de fase dat de orgaansystemen zich scheiden, of er is sprake van een te korte cloacale membraan (de verbinding tussen cloaca en buitenwereld is te kort) waardoor het achterste gedeelte van die membraan ontbreekt en het septum niet goed naar beneden groeit. Hierbij kan een spectrum aan afwijkingen ontstaan. 52 Zie ook de voorbeelden van illustraties van anorectale malformaties op bladzijde 17 en 18. Bij jongens kan het uiteinde van de endeldarm verbonden zijn met: • de blaas of de blaashals: rectovesicale fistel/blaashalsfistel • de urethra ter plaatse van de prostaat: recto-prostaatfistel • de urethra ter plaatse van de bulbus: recto-bulbaire fistel • het perineum: recto-perineale fistel Ten slotte kan de endeldarm blind eindigen: de zogenoemde no fistula. Bij meisjes kan het uiteinde van de endeldarm eveneens eindigen ter plaatse van: - het perineum: recto-perineale fistel - de vagina: rectovaginale fistel - het vestibulum: het punt waar de grote schaamlippen aan de achterzijde bij elkaar komen: rectovestibulaire fistel (De rectovaginale fistel is zeldzaam en geassocieerd met het syndroom van Down)
RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=