Kwaliteitsstandaard Anorectale Malformatie

35 Deelvraag 1b en 1c Welke diagnostische onderzoeken worden tijdens en na de verschillende operaties verricht en welke diagnostiek is van belang tijdens de follow-up? Wanneer en welk urologisch onderzoek moet worden verricht? Aanbevelingen • In de 6 weken na (eventueel) operatief ingrijpen (reconstructie-operatie of aanleggen stoma) wordt diagnostisch onderzoek (zie toelichting) verricht naar de functie en naar de integriteit van de reconstructie (lekkage, stenose) van de tractus digestivus en de tractus urogenitalis. • Een eventuele vervolg (V)UDO vindt niet eerder dan 6 maanden na de reconstructie operatie plaats, en uitsluitend op indicatie (onder andere bij postoperatieve persisterende grote residuen of uitblijven van spontane mictie, na de operatie ontstane uitzetting van de urinewegen, follow-up van bij eerdere (V)UDO vastgestelde blaasfunctie stoornissen of vesico-ureterale reflux, of follow-up van tethered cord (TCS)). Bij de follow-up bij de urologie wordt de indicatie hiervoor gesteld. Toelichting en onderbouwing Diagnostiek in de evaluatiefase in de 6 weken na reconstructie-operatie Indien een stoma is aangelegd, zal een colostogram worden uitgevoerd, eventueel in combinatie met een mictiecystogram, om zodoende het type ARM vast te kunnen stellen, en hier het operatief plan op te kunnen maken. Tijdens dit onderzoek wordt contrast onder druk opgespoten via de slijmfistel, richting de endeldarm, om een eventuele verbinding van de endeldarm met het urogenitale stelsel aan te tonen. Hiervoor wordt eveneens het sluitspiercomplex op de huid gemarkeerd, teneinde de afstand van de endeldarm tot de huid ter plaatse van de gewenste anale opening te kunnen bepalen. • Tractus digestivus - kalibratie neo-anorectum (vaststellen of neo-anorectum aan eigenschappen voldoet, grootte neo- anorectum vaststellen). • Tractus urogenitalis - kinderuroloog in consult (afhankelijk van het type ARM en de comorbiditeit) - urineonderzoek, urinesediment op indicatie - uroflowmetrie - residumeting na mictie - echo nieren en blaas - (video)-urodynamisch onderzoek (=(V)UDO) op indicatie Diagnostiek tijdens de evaluatie tot leeftijd 18 jaar Kinderchirurg is in de meeste gevallen de regievoerend arts en de coördinator in de transitiezorg. De transitiezorg start op de leeftijd van 12-14 jaar tot de leeftijd van 18 jaar. Er vinden controles plaats van de functie van de: • Tractus digestivus − defecatiepatroon door middel van defecatiedagboek (Indien er een abnormaal defecatiepatroon is dan wel twijfel is over het hebben van een normaal defecatiepatroon).

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=