Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen
Pagina 28 Anamnese • Vallen (vraag of patiënt is gevallen de afgelopen 6 maanden). • Neiging tot vallen? Zo ja hoe vaak en sinds wanneer? • Gewond geraakt na een val? Zo ja wat waren de consequenties? • Bij vallen: welke kant viel patiënt op? (voorwaarts, achterwaarts, op zij, geen speciale richting op) • Angst om te vallen? • Aanleiding voor het vallen? (bijvoorbeeld freezing, op/af stappen fiets, oneffen ondergrond ) - Problemen bij het opkomen uit een stoel (vraag naar problemen bij het opstaan, zoals meerdere pogingen nodig, langzaam/moeilijk kunnen opstaan, niet kunnen opstaan zonder armen te gebruiken). Niet-motorische klachten: Eventueel kan de zorgverlener de patient van te voren de Non-motor Symptom Questionnaire (NMSQ) laten invullen. Deze is ontwikkeld voor ZvP maar zeer bruikbaar bij AP. Patiënt kan deze zelf ( of met naaste of met parkinsonverpleegkundige) invullen; tijdsinvestering ongeveer 5-10 minuten. Zie bijlage 8. - Cardiovasculair klachten en vallen • Heeft de patiënt last van licht in het hoofd zijn, duizeligheid, flauw vallen bij het gaan staan uit zittende of liggende positie? • Valt de patiënt door flauwte, door lage bloeddruk of door een insult? - Longproblemen en benauwdheid • Heeft de patiënt last van benauwdheid? Bij inspanning? In rust? • Heeft de patiënt vaak longontsteking of bronchitis? hoesten? Sputum? Koorts? • Is er regelmatig een hoorbare inademing? - Slapen, vermoeidheid • Valt de patiënt zomaar in slaap gedurende bezigheden overdag (zoals tijdens gesprek, tijdens maaltijd of tijdens het kijken naar de TV of lezen, bij het zitten in een openbare instelling (zoals theater), bij het langer dan 1 uur zitten als passagier in een auto, tijdens rust in de namiddag, bij het zitten en praten met iemand, na de lunch, in de auto in een stilstaande file)? • Gaat patiënt overdag bewust (even) slapen? (bijv Powernap) • Worden de dagelijkse activiteiten van de patiënt beperkt door vermoeidheid of gebrek aan energie? • Heeft de patiënt problemen met in slaap vallen of bij het doorslapen? • Heeft de patiënt last van restless legs, verergerend op tijden dat patiënt zit of ligt? • Heeft de patiënt last van levendige dromen, slaapwandelen? - Stemmingsveranderingen • Heeft de patiënt de interesse in zijn/haar omgeving verloren? • Heeft de patiënt de interesse verloren in het ondernemen van dingen of gebrek aan motivatie om nieuwe activiteiten op te starten? • Voelt de patiënt zich nerveus, bezorgd of bang zonder duidelijke reden? • Lijkt de patiënt verdrietig of depressief of heeft hij/zij deze gevoelens gerapporteerd? • Heeft de patiënt vlakke stemmingen zonder de normale “toppen” en “dalen”? • Heeft de patiënt problemen met het ervaren van plezier tijdens de gebruikelijke activiteiten of rapporteert de patiënt een gebrek aan plezier? • Voelt patiënt zich gespannen? Geniet patiënt nog steeds van dingen waar patiënt vroeger van genoot? Krijgt patiënt angstgevoelens alsof er elk moment iets vreselijks zal gebeuren? Kan patiënt lachen en de dingen van een vrolijke kant zien? Maakt patiënt zich vaak ongerust? Voelt patiënt zich opgewekt? Kan patiënt rustig zitten en zich ontspannen? Voelt patiënt zich alsof alles moeizamer gaat? Krijgt patiënt vaak een soort benauwd, gespannen gevoel in zijn/haar maag? Heeft patiënt interesse in zijn/haar uiterlijk? Voelt patiënt zich rusteloos en voelt patiënt dat hij/zij iets te doen moet hebben? Kan patiënt
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=