Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 31 Deelvraag 1b: Wat zijn de mogelijke en waarschijnlijke (internationale) criteria waarbij je een diagnose kunt stellen? Aanbevelingen Bij PSP, CBD, MSA en VaP voorzien d e de internationale criteria voor het stellen van de diagnose (atypische) parkinsonismen i n mogelijke en waarschijnlijke diagnostische categorieën, volgens levels van diagnostische waarschijnlijkheid [34]. Diagnostiek PSP (Zie d e Internationale criteria voor het stellen van de diagnose PSP e n zie Symptomen PSP ) . Naast het verrichten van een goede anamnese en goed lichamelijk en neurologisch onderzoek wordt een MRI van de hersenen gemaakt om andere oorzaken voor de symptomen uit te sluiten en om te kijken of er ondersteunende criteria zijn zoals het “ Hummingbird sign”. In de beginfase is het ziektebeeld niet altijd even duidelijk en kan ten onrechte de diagnose ‘ziekte van Parkinson’ gesteld worden. De diagnose wordt gemiddeld 3-5 jaar na start van de symptomen gesteld. Diagnostiek MSA (Zi e Internationale criteria voor het stellen van de diagnose MSA e n Symptomen MSA ) Naast het verrichten van een goede anamnese en goed lichamelijk en neurologisch onderzoek wordt een MRI van de hersenen gemaakt om andere oorzaken voor symptomen uit te sluiten en om te kijken of er ondersteunende criteria zijn zoals atrofie van het cerebellum of van de hersensstam. In de beginfase is het ziektebeeld niet altijd even duidelijk en kan ten onrechte de diagnose ‘ziekte van Parkinson’ gesteld worden. De diagnose wordt gemiddeld 2-4 jaar na start van de symptomen gesteld. Diagnostiek Corticobasaal syndroom (CBS) (zi e Internationale criteria voor het stellen van de diagnose CBS e n zi e Symptomen CBS ) Naast het verrichten van een goede anamnese en goed lichamelijk en neurologisch onderzoek wordt een MRI van de hersenen gemaakt om andere oorzaken voor symptomen uit te sluiten om te kijken of er ondersteunende criteria zijn zoals de contralaterale atrofie. In de beginfase is het ziektebeeld niet altijd even duidelijk en kan ten onrechte de diagnose ‘ziekte van Parkinson’ gesteld worden. Bij CBS blijven de verschijnselen vaak gedurende lange tijd beperkt tot één kant (met vaak contralateraal op de MRI meer atrofie (deze is soms pas later te zien, maar bij goed kijken ook vaak al in de eerdere stadia), waarbij de patiënt één ledemaat niet goed kan gebruiken door apraxie, dystonie en corticale uitvalsverschijnselen. Daarnaast komen progressieve spraakstoornissen en slikproblemen voor, evenals oogbewegingsstoornissen, neuropsychiatrische stoornissen en cognitieve stoornissen. Het ziektebeloop is progressief. Diagnostiek Vasculair parkinsonisme Z ie d e Internationale criteria voor het stellen van de diagnose vasculair parkinsonisme ( VaP) en zie Symptomen VaP . Naast het verrichten van een goede anamnese en goed lichamelijk en neurologisch onderzoek wordt een MRI van de hersenen gemaakt om andere oorzaken voor symptomen uit te sluiten en om te kijken naar ondersteunende criteria: witte stof afwijkingen, infarcten al dan niet strategisch gelokaliseerd; Als het beeld symmetrisch is en/of bij sterke vasculaire belasting is VaP een sterke overweging. In de beginfase is het ziektebeeld niet altijd even duidelijk en kan ten onrechte de diagnose ‘ziekte van Parkinson’ gesteld worden. Bij VaP is er sprake van een combinatie van parkinsonverschijnselen met een voorgeschiedenis van TIA/CVA. In zeer zeldzame gevallen is de schade (gedeeltelijk) reversibel, wanneer het mogelijk is om de oorzaak te behandelen.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=