Kwaliteitsstandaard Primaire Scleroserende Cholangitis (PSC)

Kwaliteitsstandaard PSC Pagina 34 van 117 Versie 1.0 Deelvraag 2b: Welke behandelingen zijn geschikt voor patiënten met PSC? Wat is een optimale behandeling voor patiënten met PSC? Welke medicamenten zijn geschikt voor behandeling van patiënten met PSC? Aanbevelingen (mede op basis van de EASL-guideline 11 ): • Er is (nog) geen curatieve behandeling voor PSC. De behandeling is gericht op: - Het verminderen van de klachten - Het verbeteren van de kwaliteit van leven. - Het zo goed mogelijk om gaan met de beperkingen die als gevolg van PSC zijn ontstaan. - Het alert zijn op infecties en zo veel mogelijk preventieve maatregelen nemen ter voorkomen van infecties. • Door het beperkte aantal data kan nog geen specifieke aanbeveling gedaan worden voor het algemeen gebruik van UDCA bij PSC . Voor UDCA is tot dusver moeilijk aan te tonen dat het een disease modifying medicament is. Desondanks zal UDCA regelmatig voorgeschreven worden . • Als behandeling met ursodeoxycholzuur (UDCA) wordt gegeven, wordt een dosering van 15-20 mg/kg/d ursodeoxycholzuur (UDCA) aanbevolen. Hogere doseringen van 30 mg/kg/d worden momenteel afgeraden, omdat er geen voordeel en mogelijk zelfs een averechts effect te verwachten valt. • Tegenwoordig is er suggestief maar beperkt bewijs dat UDCA preventieve effecten heeft ten aanzien van colorectaal kanker bij PSC. Om die reden kan UDCA overwogen worden bij hoog- risicogroepen (zoals positieve familieanamnese voor colorectaal kanker, in voorgeschiedenis colorectale neoplasieën of lang bestaande uitgebreide colitis) 85,95,66 . • Corticosteroïden en andere immunosuppressiva zijn niet geïndiceerd voor de behandeling van PSC bij volwassenen, tenzij er bewijs is voor PSC met bijvoorbeeld tekenen van AIH 11,96,12,33,17 . • Patiënten die immunosuppressiva gebruiken voor hun IBD kunnen daardoor gevoeliger zijn voor infecties; zij hebben soms vaker antibiotica nodig hebben. Niet alle antibiotica zijn goed voor de lever. Zi e https://www.geneesmiddelenbijlevercirrose.nl/zorgverleners • Matige tot ernstige leverinsufficiëntie, levercirrose, maar ook een complicatie zoals portale hypertensie, kan de farmacokinetiek (veranderde absorptie, distributie, metabolisme en excretie) en farmacodynamiek van een geneesmiddel beïnvloeden. Voor bijvoorbeeld diuretica is er een verminderd effect waargenomen bij patiënten met levercirrose. Ook kunnen patiënten met levercirrose gevoeliger zijn voor bepaalde bijwerkingen, zoals nefrotoxiciteit en effecten op de stolling. NSAID’s zijn bijvoorbeeld gecontra-indiceerd bij patiënten met levercirrose. Zie https://www.geneesmiddelenbijlevercirrose.nl/zorgverleners.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=