Huisartsenbrochure neuralgische amyotrofie

Neuralgische amyotrofie (NA) · · Pijn bij bewegingen De continue pijn kan worden gevolgd door een periode van felle pijnscheuten bij bepaalde bewegingen. De pijn ontstaat door overgevoeligheid van de zenuwen voor rek en strek in de eerste herstelfase van de eerdere ontsteking. Meestal trekt de pijn na enkele weken tot maanden weg, maar in sommige gevallen houdt de pijn langer aan. · · Chronische fase Als laatste ontstaat er een meer chronische, secundaire pijn door overbelasting (surmenage) van de verzwakte en de compenserende spieren. De belangrijkste oorzaak die de pijn in stand houdt, is de constante overbelasting van de compenserende spieren rondom de schouder door verkeerd gebruik van de schouder in het dagelijks leven, zoals op het werk. Prognose · · De meeste NA-patiënten keren binnen één tot twee jaar terug naar 70-90% van hun eerdere niveau van functioneren. Dat het niveau niet terugkeert naar 100% is vooral te merken aan verminderde duurbelasting en aan pijn bij zich herhalende bewegingen van het aangedane lichaamsdeel. · · Twee derde van de NA-patiënten heeft na drie jaar nog pijnklachten of verminderde kracht. 2 Fase Kenmerken Oorzaak Continue pijn (acute fase) Pijn bij bewegingen Chronische pijn (chronische fase) · · zeer pijnlijk (NRS-score > 7) · · medicatie helpt niet of nauwelijks · · pijn voortdurend aanwezig · · slecht slapen · · multifocale parese binnen enkele uren tot dagen · · sensibele klachten · · geen pijn meer in rust · · bewegingen kosten moeite en kunnen pijnlijk zijn · · hardnekkige pijn in aangedane regio · · medicatie helpt niet of nauwelijks · · reactie van de zenuwen op inflammatie · · overgevoeligheid van de zenuwen in de plexus brachialis voor rek en trek · · littekenvorming · · surmenage van zowel de paretische als compenserende spiergroepen Tabel 1. Pijnfases van neuralgische amyotrofie (NA). De rol van de huisarts in de diagnostische fase · · De huisarts is vaak de eerste zorgverlener die in contact komt met de NA-patiënt. Over het algemeen duurt het maanden voordat de diagnose NA wordt gesteld. De huisarts kan daarom een belangrijke rol spelen in het diagnostisch traject. Er zijn aandachtspunten die de huisarts kunnen helpen bij het stellen van de diagnose (zie Tabel 2 ). Daarnaast kunnen huisartsen met drie vragen de diagnose NA zeer waarschijnlijk of juist onwaarschijnlijk maken (zie Tabel 3 ) . Lichamelijk onderzoek · · Bij lichamelijk onderzoek is in 70% van de gevallen een duidelijk afstaan van de scapula ten opzichte van de romp ( scapula alata ) te zien, en vaak ook afglijden van de scapula naar lateraal en naar beneden. Er is sprake van een verstoord scapulo-thoracaal bewegingsbeeld. · · Ter aanvulling op de NHG-Standaard Schouderklachten geldt het advies bij een vermoeden van NA om tijdens het lichamelijk onderzoek onder meer de kracht van verschillende spieren van schouder, arm en hand te testen (zie Tabel 2 ) . Als er pas kort sprake is van hevige pijn, kan het zijn dat er nog geen zwakte wordt waargenomen. Stellen van de definitieve diagnose · · De neuroloog stelt uiteindelijk de definitieve diagnose door middel van anamnese en neurologisch lichamelijk onderzoek. Bij twijfel kan de neuroloog aanvullende onder- zoeken doen, zoals serologie of zenuwgeleidingsonderzoek (EMG). D IAGNOSTIEK

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=