Pagina 28 - Beschreven zorg voor Hereditaire Hemochromatose

28
Bijlage 1
Kwaliteitscriteria hemochromatose
(
bron Kwaliteit in Zorg, NPCF 2010)
1.
Regie over de zorg
De patiënt maakt desgewenst en indien mogelijk zelf keuzes t.a.v. behandeling en zorg, voert de zorg zelf uit
voor zover dat in zijn bereik ligt, maakt en bewaakt afspraken met (informele en formele) zorgverleners,
beheert het (volledige) zorgplan, evalueert en stuurt bij. Waar nodig of gewenst vraagt de patiënt anderen
om delen van de zorg over te nemen
Criteria:
-
patiënt wordt in staat gesteld de regie te voeren over zijn eigen (kwaliteit van) leven en de te ontvangen
zorg;
-
patiënt heeft vrije keuze van zorgaanbieder;
zorg is patiëntgericht, afgestemd op de voorkeuren, mogelijkheden en behoeftes van de individuele
patiënt;
-
patiënt ontvangt van de zorgaanbieder zelf, of door middel van een doorverwijzing naar de
patiëntenorganisatie, keuzeondersteuning, waardoor hij in staat wordt gesteld (mee) te kunnen
beslissen over zorg- en behandelmogelijkheden (11, pag. 6/7).
2.
Effectieve zorg
De patiënt krijgt de meest effectieve behandeling(en) en begeleiding aangeboden.
Criteria:
-
zorg wordt gegeven volgens de laatste stand van wetenschap en praktijk;
-
zorg voldoet aan de heersende (zorg)standaarden, richtlijnen en beroepsnormen;
-
zorgverleners zijn deskundig en ervaren, conform de criteria van beroepsgroepen en
patiëntenorganisaties;
-
voorkeuren en mogelijkheden van de patiënt worden proactief besproken voor het vaststellen van de
behandelmethode;
-
periodieke toetsing of de gekozen behandelmethode gevolgd wordt en effectief is;
zorgverleners en patiënt (en naasten) werken samen om de afgesproken behandeldoelen te bereiken;
-
behandelend arts of de daartoe aangewezen zorgverlener vraagt altijd of de patiënt een
complementaire behandelmethode volgt naast de reguliere behandeling. Indien dit het geval is, wordt
de complementaire behandelmethode feitelijk (en niet beoordelend) met de patiënt besproken: wat is
er vanuit wetenschappelijk onderzoek bekend over het effect van de complementaire behandelmethode
op de aandoening en/of over het effect van de complementaire behandelmethode op de reguliere
behandelmethode. Behandelend arts geeft aan of de complementaire behandelmethode samen kan
gaan met de reguliere behandeling. Informatie over de complementaire behandeling wordt opgenomen
in het zorgplan/dossier van de patiënt (11, pag. 7).
3.
Toegankelijke zorg
De zorg is voor de patiënt goed bereikbaar, goed toegankelijk en tijdig beschikbaar. (Onder zorg wordt hier
verstaan de zorgaanbieder en de zorglocatie).