Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 43 Deelvraag 1c: Welke maatregelen worden getroffen om te bereiken dat de diagnose atypische parkinsonisme snel(ler) wordt gesteld en dat er op een eerder tijdstip wordt verwezen naar een neuroloog met expertise op het gebied van bewegingsstoornissen? • door neurologen • door huisartsen • door specialisten die door patiënten bezocht worden voor de niet-motorische symptomen (zoals urologen, psychiaters, oogartsen en internisten)? • door paramedici Aanbevelingen • Huisartsen, neurologen, urologen, oogartsen, psychiaters, internisten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, psychologen en andere zorgverleners moeten goed geïnformeerd zijn over en aandacht hebben voor: - zeldzame aandoeningen, in casu de atypische parkinsonismen - en de “red flags” die wijzen op atypische parkinsonismen. • Bij onduidelijkheid of twijfel met betrekking tot diagnostische bevindingen en/of beleid dient laagdrempelig verwijzing naar een in bewegingsstoornissen gespecialiseerd neuroloog (lijst met gespecialiseerde neurologen bij de Parkinson Vereniging/lijst met zorgverleners met expertise op het gebied van ZvP/AP op de site van ParkinsonNet (ParkinsonNet zorgzoeker) / op de site van de afdeling neurologie van de ziekenhuizen staat vermeld als er expertise in bewegingsstoornissen aanwezig is) te worden overwogen. • Verminderde reuk, obstipatie, levendige dromen, slaapstoornissen, obstipatie, urineverlies, erectie- en lubricatiestoornissen, orthostase en recidiverende depressies kunnen voorafgaan aan het manifest worden van de motorische verschijnselen bij AP. Het is aanbevolen dat de huisarts bij deze klachten alert is en in ieder geval bij een aanvang van mogelijk beginnende motorische symptomen hierbij ook denkt aan de mogelijkheid van een neurodegeneratieve aandoening. Hij zal mogelijk niet meteen aan een AP denken, maar moet met deze klachten de patiënt naar de neuroloog verwijzen. • In de eerste- en tweedelijns gezondheidszorg moeten atypische parkinsonismen eerder gesignaleerd worden; dit kan mede bewerkstelligd worden door middel van: - deskundigheid bevorderende activiteiten, bijdragend aan het tijdiger herkennen van symptomen (ParkinsonNet heeft ook scholing voor eerste en tweedelijns zorgverleners die ZvP/AP behandelen, streven is naar nog meer aandacht ook voor de AP) - tijdiger verwijzing naar expertisecentra/centra met expertise (3e lijn) indien geïndiceerd, - een betere invulling van zorgverleners bij hun eigen rol in de diagnostiek, verwijzing en eventuele behandeling. • Bevordering van de bekendheid en kennis over en ervaring met atypische Parkinsonismen voor zorgverleners vindt plaats middels: - casuïstiek tijdens multidisciplinair overleg regionale ParkinsonNet netwerken. 3x per jaar is er een bijeenkomst in elk netwerk, waarbij ook aandacht voor de” red flags”. Deze overleggen zijn alleen voor zorgverleners die zijn aangesloten bij ParkinsonNet. - casuïstiek tijdens jaarcongres ParkinsonNet (alleen voor zorgverleners ParkinsonNet). - verwijzing naar site Parkinson Vereniging voor informatie en herkennen red flags. - Landelijke scholing met input uit de expertisecentra/behandelcentra. • Expertisecentra voor atypische parkinsonismen verzorgen bij- en nascholing over de herkenning, behandeling en begeleiding van patiënten met atypische parkinsonismen voor zorgverleners in de eerste, tweede en derde lijn. Behandelcentra kunnen regionale scholing verzorgen over bijvoorbeeld herkenning van atypische parkinsonismen. • Een zorgverlener verwijst in elk geval patiënten met de verschijnselen die wijzen in de richting van AP en die niet passen bij de ZvP naar een neuroloog met speciale expertise op het gebied van atypische parkinsonismen.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=