Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 61 Behandeling: Behandeling van orthostatische hypertensie bij atypische parkinsonismen - Orthostatische hypotensie (OH) Definitie: systolische bloeddrukdaling ≥ 20 mm Hg en/of diastolische bloeddrukdaling ≥ 10 mm Hg binnen 3 minuten na opstaan. Meting: Meet de bloeddruk in liggende en staande houding en stel vast of er OH is: patiënt 10 minuten laten platliggen, bloeddruk liggend meten; dan bloeddruk staand meten na 1, 2 en 3 minuten (evt. langer doorgaan als de bloeddruk blijft dalen). Als OH aanwezig is, overweeg dan de volgende oorzakelijke factoren: o medicamenteus; o in het kader van parkinsonisme; o probeer vast te stellen of de OH tot klachten leidt (bijvoorbeeld bij de bloeddrukmeting, bij een kantelproef of bij 24-uurs bloeddrukmetingen). Als sprake is van vallen, probeer dan te achterhalen en de patiënt duidelijk te maken of sprake is van vallen door de bewegingsproblemen (‘omvallen’) of door OH (‘flauwvallen’). Behandeling: De behandelend arts past een stapsgewijze aanpak toe bij de diagnostiek en behandeling van OH bij patiënten met de ZvP. Overweeg verwijzing naar een multidisciplinaire val-/syncopepolikliniek of consultatie van een klinisch geriater. Stap 1. Instructies geven over wat OH is en de daaraan gekoppeld leefmaatregelen: - het bed schuin zetten, met het hoofdeinde omhoog (hoofdeinde bed 10-30 graden omhoog (anti‐Trendelenburg)); - instructies in bloeddrukverhogende manoeuvres (fysiotherapeut) ; - waarborg een hoge inname van zout en vocht (voldoende vocht (1.5‐2.0 liter/dag) en grotere inname van zout); - bij enkel of pretibiaal oedeem steunkousen overwegen; - Adviseer de patiënt uitlokkende factoren te vermijden, zoals plotseling opstaan, warme baden en alcohol. Stap 2. Stop of verminder eventuele medicatie tegen hypertensie; verminder de dosis van de Parkinsonmedicatie of kies voor een Parkinsonmedicament met minder risico op OH - Staken of dosis verlagen van antihypertensiva, diuretica en andere relevante medicatie (antidepressiva, antipsychotica, tamsulosine). Eventueel een ACE remmer of AT2 remmer voorschrijven. (Orthostatische hypotensie kan worden veroorzaakt of verergerd door het gebruik van medicijnen zoals antihypertensiva, diuretica, amantadine, levodopa, dopamineagonisten, fosfodiësteraseremmers (bijvoorbeeld sildenafil), alphablokkers, clonidine en antidepressiva). Stap 3. Medicamenteuze therapie Indien bovenstaande methoden onvoldoende effectief zijn en de orthostatische hypotensie hinderlijk is, kan de patiënt medicatie proberen. Wees alert op het ontstaan van oedeem en nachtelijke hypertensie door een toegenomen plasmavolume. Proefondervindelijk testen met verschillende medicatie, rekening houdend met de individuele patiënt, bijwerkingen en de waarschijnlijkheid van de respons is de aanbevolen benadering.[67] - Fludrocortison (0,1-0,2 mg dd) is vaak effectief en wordt gezien als de eerste therapie in lijn bij orthostatische hypotensie [68] [69]. Toch is bij ernstige autonome dysfunctie Fludrocortison niet voldoende effectief.[67]

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=