Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 72 Diagnostiek Dysartrie De spraak van patiënten met AP kan slechter verstaanbaar worden. Dat is vooral te merken aan: - Een zachte of hese stem - Een gespannen krakerige stem door spasticiteit - Dronkemansspraak door coördinatiestoornissen - Erg traag spreken en niet kunnen versnellen door stijfheid die voelt als spierzwakte - Monotoon (op één toon) spreken of juist met uitschietende stem. Patiënten met AP zeggen vaak ook dat het spreken vermoeiend is, dat hun stem hoger is geworden of dat het zingen moeilijker gaat. Dit wordt veroorzaakt door stijfheid in de spieren waardoor het spreken steeds meer moeite kost. Maar bij mensen met AP spelen ook spierzwakte (krachtsverlies), spasticiteit en coördinatiestoornissen een rol, die bij de ZvP niet voorkomen. Bij twijfel ten aanzien van de dysartrie zijn met name de volgende onderzoeken behulpzaam: - onderzoek van de mondmotoriek (orofaciaal onderzoek), waarmee met name spierzwakte, spasticiteit en asymmetrie kunnen worden gevonden [81]. - diadochokinese (snelle herhalingen van syllabereeksen) die met name spasticiteit of coördinatiestoornissen aan het licht kan brengen [82]. De Radboud Oral Motor inventory for Parkinson’s disease (ROMP) [72] is de enige gestandaardiseerde vragenlijst die is ontwikkeld en gevalideerd om bij patiënten met AP of ZvP de aard en de ernst van problemen met spreken, slikken en speekselcontrole op het niveau van functie, activiteit en participatie vast te leggen (volgens de indeling van het ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health)). De ROMP identificeert en kwantificeert klachten in drie domeinen en bestaat uit 3 onderdelen: - slikken, - speekselcontrole, - spreken. Cognitieve communicatiestoornissen omvatten problemen met betrekking tot elk aspect van de communicatie dat wordt getroffen door verstoring van de cognitie. - Communicatie kan verbaal of non-verbaal zijn, waarbij luisteren, spreken, gebaren, lezen en schrijven in alle domeinen van de taal (fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek) worden inbegrepen. - Cognitie omvat cognitieve processen en systemen (bijv. aandacht, waarneming, geheugen, organisatie, executieve functies). - Functionele gebieden die worden getroffen door cognitieve stoornissen behelzen gedragsmatige zelfregulatie, sociale interactie, activiteiten uit het dagelijks leven, studie en school/studieprestaties en beroepsuitoefening. Naast de MMSE (zie i n Bijlage 5: Nederlandse MoCA en Gestandaardiseerde MMSE ) zijn voor grondiger cognitieve screening de MoCA (Montreal Cognitive Assessment) en de ACE-R (Addenbrooke’s Cognitive Examination Revised) [83] [84] [85] ontwikkeld. In Nederland wordt vooral de MoCA (bijlage 5) gebruikt. Deze is sensitiever dan de MMSE voor de ZvP, en bij PSP en MSA. [86]

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=