Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 82 Uitgangsvraag 2: Welke (evidence based en eminence based) behandelmogelijkheden zijn er en wanneer zijn deze van toepassing? Deze uitgangsvraag omvat de volgende deelvragen: a) Welke behandelingen zijn geschikt voor patiënten met AP, zowel paramedisch als medicamenteus? b) Wat is het effect van fysiotherapie en met name van de externe prikkels (cues) op de motoriek van patiënten met AP? Welke fysiotherapeutische ondersteuning wordt toegepast? Wat wordt aanbevolen bij het aanleren van strategieën (rekening houdend met leerbaarheid en afnemen van cognitieve vermogens)? c) Welke logopedische ondersteuning wordt toegepast? d) Welke ergotherapeutische ondersteuning kan worden toegepast bij AP? e) Welke hulpmiddelen zijn er? Welke hulpverlener(s) kan/ kunnen hierin adviseren en helpen bij het aanvragen? f) Wat zijn indicaties voor verwijzing van patiënten met AP naar de diëtist, en waaruit bestaat de diëtetische behandeling? g) Welke medicamenten zijn geschikt bij welke symptomen die voorkomen bij atypische parkinsonismen? h) Welke (levensverlengende) behandelingen zijn er? i) Welke alternatieve behandelmogelijkheden zijn er? j) Hoe is de begeleiding ten aanzien van de verminderde kwaliteit van leven en van de psychosociale en cognitieve effecten van het hebben van een atypisch parkinsonisme? Waaruit bestaat neuropsychologische begeleiding? Welke maatregelen worden getroffen zodat er begeleiding/ondersteuning op het sociaal-maatschappelijk vlak is (zoals werk, verzekering, uitkering aanvragen)? k) Wanneer en hoe vindt de advanced care planning plaats, met een gesprek over de toekomst, de wensen, de verwachting, de mogelijkheden ?

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=