Kwaliteitsstandaard Primaire Scleroserende Cholangitis (PSC)

Kwaliteitsstandaard PSC Pagina 12 van 117 Versie 1.0 Epidemiologische studies 20,71 hebben uitgewezen dat van alle PSC-patiënten ongeveer 70% ook Colitis Ulcerosa (CU) of de ziekte van Crohn heeft, terwijl slecht 4% van de patiënten met CU of de ziekte van Crohn ook PSC heeft 52 . Geactiveerde intestinale T-cellen lijken mogelijk een rol te spelen bij het ontstaan van PSC; dit zou kunnen wijzen op een auto-immuunziekte. Deze T-cellen migreren naar de portale velden van de lever en zouden daar schade toebrengen aan de cholangiocyten. Deze schade resulteert in fibrosevorming. Erfelijkheid PSC wordt beschouwd als een complexe erfelijke ziekte. Dit wil zeggen dat de ziekte niet Mendeliaans overerft, maar dat polymorfismen in verschillende genen, in combinatie met omgevingsfactoren, bijdragen aan het ontstaan van de ziekte. • Het eerste genoombrede associatieonderzoek toonde een sterke associatie van PSC met inflammatoire darmziekten en Humane Leukocyten Antigenen-systeem (HLA)- polymorfismen. Dit heeft tot de hypothese geleid dat PSC een extra-intestinale manifestatie zou kunnen zijn van IBD. • Een andere hypothese veronderstelt dat PSC met IBD een derde fenotype is van inflammatoire darmziekten (naast de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa). Redenen voor deze hypothese zijn onder andere de specifieke bevindingen bij endoscopisch onderzoek (zoals rectal sparing, pancolitis with right-sided predominance en backwash ileitis), als ook een specifieke genetisch patroon. 109 Familieleden van PSC-patiënten hebben een 10 maal zo grote kans om ook PSC te ontwikkelen dan de normale bevolking 11,20 . Hiermee blijft het absolute risico overigens nog erg klein. Omgevingsfactoren Bij de pathogenese van PSC lijken ook omgevingsfactoren van belang te zijn, als ook (nog onduidelijke) interacties tussen genetische- en omgevingsrisicofactoren. Verschillende studies 100,101,102 suggereren een beschermend effect van roken. In een studie van Eaton (2015) 103 naar de associatie van omgevingsfactoren bij PSC met en zonder IBD werd gevonden: • dat roken een beschermende factor lijkt te zijn voor het krijgen van PSC, maar niet significant voor PSC zonder IBD. • dat er bij het ontstaan van PSC geen associatie lijkt te zijn met een tonsillectomie, en dat een associatie met een appendectomie beperkt lijkt tot PSC met IBD. 103 • dat er een positieve associatie lijkt te zijn tussen een voorgeschiedenis met urineweginfecties en het ontstaan van PSC met en zonder IBD. • dat er een negatieve associatie met hormoonsuppletie therapie lijkt te zijn bij vrouwen met PSC, met en zonder IBD. • dat er zowel positieve als negatieve associaties werden gevonden ten aanzien van verschillende voedingspatronen en voedselbereidingswijzen met PSC met of zonder IBD. • dat er mogelijk associaties zijn met de microbioom bij het ontstaan van PSC. Deze studie heeft plaatsgevonden in 1 centrum waarbij de meeste patiënten van het Kaukasische ras. Vervolgstudies zijn nodig om meer inzicht te krijgen in de rol van de omgevingsrisicofactoren.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=