Kwaliteitsstandaard Primaire Scleroserende Cholangitis (PSC)

Kwaliteitsstandaard PSC Pagina 73 van 117 Versie 1.0 Deelvraag 5c: Welke maatregelen worden getroffen om tot een goede informatie uitwisseling te komen binnen dezelfde instelling en met de betrokken zorgverleners buiten de instelling? Deelvraag 5d: Welke maatregelen worden getroffen bij shared care voor de patiënt (naasten) om tot een goede informatie uitwisseling te komen tussen de betrokken zorgverleners? Aanbevelingen • De RA zorgt voor informatie-uitwisseling tussen zorgverleners binnen een zorginstelling en met zorgverleners buiten de zorginstelling (eerste, tweede en derde lijn) bij ‘shared care’ . • De RA heeft contact en overlegt met alle betrokken zorgverleners over onderzoek en/of behandeling. De betrokken zorgverleners rapporteren periodiek aan de RA. • Het IZP g eeft empowerment van patiënten en het IZP maakt het mogelijk dat de medische gegevens bij bezoeken aan zorgverleners kunnen worden ingezien en aangevuld. Het document voorziet in een behoefte van patiënten, ouders/mantelzorgers en zorgverleners. • De verantwoordelijkheid voor het IZP ligt bij de (ouders van) patiënt, en niet bij de arts. De RA, de huisarts of een andere zorgverlener (denk aan verpleegkundig specialist) ondersteunen ouders bij het invullen van het IZP. • De behandelend internist/MDL-arts in een lokaal ziekenhuis werkt bij voorkeur samen met het door VWS erkend expertisecentrum (EC)/centrum met expertise. De zorg wordt dichtbij de patiënt gegeven als het kan en ver weg als het moet. Zorgverleners die onderdeel zijn van 'shared care', rapporteren en sturen periodiek medische gegevens/bevindingen (bij voorkeur elektronisch) naar de RA, die de informatie doorstuurt naar het EC. Zie ook “shared care” . • De RA en zorgverleners die onderdeel zijn van “shared care” maken afspraken over de periodiciteit waarmee gerapporteerd wordt en over de inhoud ervan. De wijze van rapportage is bij voorkeur digitaal. • Het EC is goed bereikbaar voor eventueel overleg met de RA. Het initiatief voor overleg met het EC ligt bij de RA of bij de patiënt. • De RA stuurt bij elke periodieke controle of spoedconsult een bericht naar de huisarts zodat de gegevens actueel zijn. Toelichting en onderbouwing Indien er een monodisciplinaire of een multidisciplinair overleg (MDO) is, zorgt de RA dat alle primair betrokken specialisten binnen het MDO hierbij aanwezig zijn en dat de secundair betrokken specialisten binnen dezelfde afdeling ofwel aanwezig zijn bij het MDO ofwel de RA voorafgaand geïnformeerd hebben over onderzoek- en/of behandelinformatie. De RA rapporteert over belangrijke veranderingen in de lichamelijke en psychische gesteldheid van de patiënt en over eventuele veranderingen in het beleid. De RA (wanneer niet zelf werkzaam in het

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=