73
Mogelijke klachten
Mogelijke behandeling(en)
Van belang is de nauwe samenwerking
tussen de oogarts, neuroloog en/of
neurochirurg en/of KNO-arts, afhankelijk
van de aard van oogklachten.
Als de oorzaak van scheelzien een
blijvend verlamde spier is, dan is een
scheelziensoperatie een optie.
Belangrijk is dat de zorgverleners en ook jij, alert zijn op verschijnselen, die
verwijzing naar de oogarts noodzakelijk maken. Deze verschijnselen zijn:
• minder zien (in het donker)/wazig beeld;
• kleurveranderingen of vervormd zien of beeldverkleining;
• dubbelbeeld of schaduwbeeld;
• scheelzien of uitpuilend oog;
• verminderde of juist toegenomen knipper- of knijpacties of tranen;
• gevoelsstoornissen van hoornvlies of huid.
Oogproblemen zonder zichtproblemen komen ook wel eens voor. Zo kan het
ooglid soms niet goed sluiten omdat de aangezichtszenuw beschadigd is
(door de brughoektumor of door chirurgie (zie
tabel 11 ).
Scheelzien kan vooral
bij kinderen
onder de 7 jaar een lui oog
veroorzaken, waardoor men minder
goed of wazig ziet.
Bij kinderen
zijn vaker dan bij
volwassenen de eerste symptomen
van NF2 gerelateerd aan het zicht.
Bij kinderen jonger dan 7 jaar kan
scheelzien behandeld worden door
het afplakken van het goede oog en
begeleiding.