Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 118 de intrinsieke motivatie- en bereidheid tot verandering van de patiënt en mantelzorger, met een beter resultaat wat langer beklijft. • Sterke kanten benadering: Ergotherapeuten werken per definitie vanuit de mogelijkheden van de patiënt en mantelzorger . Binnen deze “Sterke kanten benadering” is het inventariseren van de mogelijkheden/sterke kanten een expliciete stap. Het benadrukt het gebruik van iemands mogelijkheden om het handelen te veranderen i.p.v. focussen op de aanwezige problemen. • Inzetten van combinaties van interventies/ strategieën. De focus kan liggen op een andere werkwijze en/of toepassen van strategieën, het vereenvoudigen of aanpassen van de activiteit, of het aanpassen van de omgeving. Als door verminderende leerbaarheid of ernstige beperkingen het toepassen van strategieën niet mogelijk is zal nadruk meer liggen op het veranderen van de persoon met AP, van de activiteit en/of de omgeving. De interventies kunnen gericht zijn op verandering van:  de persoon met AP - Optimaliseren zelfmanagement (educatie, inzicht, coaching) - Onderhouden normale vaardigheden in activiteiten (herhaalde uitvoer om normale of nieuwe motorische vaardigheden te verbeteren of dis-use te voorkomen, binnen functionele taken) - Evalueren en training compensatie strategieën: gebruik van aandacht gestuurd bewegen, cues en strategieën voor complexe bewegingen, verminderen dubbeltaken, cognitieve strategieën, vermoeidheidsmanagement, toepassen andere houdingen/positioneren.  de omgeving - Externe cues in de omgeving - Cognitieve ondersteuning in de omgeving - Aanpassen inrichting/verlichting - Evalueren van- en oefenen met aanpassingen/voorzieningen - Advies en training gericht op de mantelzorger/naasten  de activiteit - Vereenvoudigen van de activiteit (bijv. opdelen in kleinere stappen) - Duur aanpassen - Timing veranderen - Moment op de dag aanpassen Ergotherapeutische interventies bij motorisch leren - Gebruik expliciet leren (bewust). - Uitleg van de werking van de te gebruiken strategie. - Visuele ondersteuning tijdens training en zo nodig tijdens toepassing in dagelijkse leven. - Specifieke en positieve feedback. - Opbouw in moeilijkheidsgraad. - Zorgen voor voldoende herhaling en intensiteit in de training. - Gedurende on-fase aanleren en tijdens of-fase toepassen. - Training is taakspecifiek (N.B. generalisatie probleem bij AP).. - Trainen binnen de handelingscontext (variëren in omstandigheden) (N.B. generalisatie probleem bij AP).

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=