Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 29 Anamnese zich verheugen op dingen? Heeft patiënt last van gevoelens van panische angst? Kan patiënt genieten van een goed boek, van een radio- of televisieprogramma? - Cognitieve veranderingen (Bij afwijkingen consult klinisch neuropsycholoog) • Heeft de patiënt problemen met het vasthouden van de concentratie tijdens activiteiten? (bijvoorbeeld tijdens lezen of tijdens een gesprek) • Vergeet de patiënt dingen die hem/haar zijn verteld korte tijd ervoor? Of dingen die zijn gebeurd in de dagen ervoor? • Vergeet de patiënt om dingen te doen zoals het innemen van tabletten en het uitzetten van huishoudelijke apparaten? • Kan patiënt overzicht houden over een (complexe) taak? • Maakt patiënt plannen? Neemt initiatief tot activiteiten? • Kan de patient plannen? Organiseren? • Hoe is het tempo bij het verrichten van taken? • Is er sprake van een persoonlijkheidsverandering? • Is er een veranderde impulscontrole? - Perceptuele waarnemingsproblemen/ hallucinaties • Geeft de patiënt aan dat hij/zij dingen ziet die anderen niet zien? Zijn er aanwijzingen voor hallucinaties? • Heeft de patiënt overtuigingen waarvan je weet dat ze niet waar zijn? Bijvoorbeeld over dat patiënt is aangevallen, patiënt is pijn gedaan? Ontrouw wanen? - Oogklachten: • Heeft patiënt last van droge ogen? • Ziet patiënt dubbel? - Gastrointestinaal • Heeft de patiënt speekselverlies gedurende de dag? • Ervaart de patiënt problemen met slikken? Verslikken (met eten, drinken of met beiden?) • Ooit een aspiratiepneumonie doorgemaakt? • Heeft de patiënt last van obstipatie (ten minste twee van de volgende symptomen: defecatiefrequentie ≤ 2 per week, hard persen tijdens defecatie, harde en/of keutelige defecatie, gevoel van incomplete defecatie, gevoel van anorectale obstructie of blokkade, digitale handelingen noodzakelijk om ontlasting te verwijderen; richtlijn obstipatie NHG) - Urogenitaal: • Heeft de patiënt problemen met het ophouden van urine? (hoge nood) • Moet de patiënt plassen binnen 2 uur na de laatste urinelozing? (frequentie) • Moet de patiënt vaak ’s nachts plassen? (nycturie) - Seksueel: • Heeft de patiënt een veranderd seksueel verlangen? • Heeft de patiënt problemen met de seksuele functies en /of beleving (opwinding / orgasme / pijn (dyspareunie / vaginisme))? • Hebben mogelijke seksuele veranderingen invloed op de partnerrelatie? - Diversen: • Heeft de patiënt pijn die niet door andere aandoeningen veroorzaakt kan zijn? (is de pijn gerelateerd aan de inname van medicatie en vermindert de pijn bij bepaalde medicatie?) • Geeft de patiënt een verandering aan in de smaak of de reuk? • Is het gewicht van de patiënt recent veranderd? Wat is het gebruikelijke gewicht, en wat is het actuele gewicht (niet gerelateerd aan een dieet)? • Ervaart de patiënt perioden van excessief transpireren? (niet gerelateerd aan warm weer).

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=