Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 75 school) van de patiënt met AP de voorkeur. Om te onderzoeken hoe een patiënt met nieuwe omgevingssituaties omgaat, kan het handelen juist geobserveerd worden in een andere omgeving dan de eigen vertrouwde omgeving Toelichting en onderbouwing De ergotherapeut gebruikt bij de diagnostiek een vraaggerichte top down- benadering. Dit betekent dat wordt uitgegaan van de hulpvraag op participatie- en activiteitenniveau en dat vervolgens wordt gekeken welke onderliggende factoren van de persoon, de activiteiten en de omgeving het handelen beïnvloeden. In de diagnostiek identificeert de ergotherapeut niet alleen de knelpunten en belemmerende factoren voor het handelen, maar juist ook de sterke kanten van de persoon en zijn handelen, en de bevorderende factoren in de omgeving. Gezien het complexe geheel van factoren die het handelen beïnvloeden, is de diagnostiek van de ergotherapeut, afhankelijk van de hulpvraag, veelal uitgebreid. Afhankelijk van de hulpvraag worden verschillende methoden gebruikt om gegevens te verzamelen: • Gestructureerde observaties van het handelen (met bewuste keuze van de context, o.a. werk- en huisbezoeken) • Gesprekken Algemene vragen voor het diagnostische proces: - Identificeren van de hulpvraag op het gebied van participatie en activiteiten - Diagnostiek van activiteiten en beïnvloedende factoren (veiligheid, zelfstandigheid, persoonlijke factoren, vaardigheden, fysieke en sociale omgevingsfactoren, sociaal-cultureel) - Welke persoonlijke factoren bevorderen of belemmeren het handelen? Gegevens voor de ergotherapeutische probleemdefiniëring: - de prioriteiten in handelen en ervaren van handelingsproblemen; - de verwachtingen ten aanzien van het handelen; - de kwaliteit van het handelen; - de factoren die het handelen bevorderen en belemmeren; - de veranderingsmogelijkheden van de persoon, de taak en de omgeving. Belangrijk is na te gaan of het perspectief van de patiënt en de mantelzorger overeenkomen en, zo niet, wat de verschillen zijn en wat dit betekent voor de doelbepaling en de behandeling. • Vragenlijsten Er bestaan geen ergotherapeutische gestandaardiseerde vragen lijsten. In de richtlijn zijn aanbevelingen geformuleerd t.a.v. vragenlijsten, dit op basis van - De waarde van parkinson specifieke meetinstrumenten op gebied van participatie en activiteiten - De waarde van generieke ergotherapeutische instrumenten voor gebruik bij patiënten met AP en ZvP. • Informatie van mede behandelaars Verschillende meetinstrumenten/vragenlijsten De COPM (Canadian Occupational Performance Measure ) Doel /achtergrond: De Canadian Occupational Performance Measure (COPM) is een geïndividualiseerd meetinstrument waarmee problemen in het dagelijks handelen worden geïnventariseerd, geprioriteerd en gescoord op ervaren uitvoering en tevredenheid. De COPM is geschikt voor alle diagnosegroepen en kan gebruikt worden om: 1)

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=