Kwaliteitsstandaard atypische parkinsonismen

Pagina 92 Stap 2. Medicamenteuze therapie Indien bovenstaande methoden onvoldoende effectief zijn en de orthostatische hypotensie hinderlijk is, kan de patiënt medicatie proberen. Wees alert op het ontstaan van oedeem en nachtelijke hypertensie door een toegenomen plasmavolume. Proefondervindelijk testen met verschillende medicatie, rekening houdend met de individuele patiënt, bijwerkingen en de waarschijnlijkheid van de respons is de aanbevolen benadering.[67] - Fludrocortison (0,1-0,2 mg dd) is vaak effectief en wordt gezien als de eerste therapie in lijn bij orthostatische hypotensie [68] [69]. Toch is bij ernstige autonome dysfunctie Fludrocortison niet voldoende effectief.[67] - Fenylpropanolamine in lage dosis. - Droxidopa (100-600 mg dd) kan orthostatische hypotensie bij MSA verminderen. De meeste patiënten verdragen het middel goed. - Indomethacine in gematigde dosis. Uit onderzoek blijkt een positief effect van indomethacine op de systemische vasculaire weerstand en op de orthostatische hypotensie bij patiënten met AP. [70] [71] - Midodrine (2,5-40 mg dd) kan bij MSA-patiënten orthostatische hypotensie verminderen. Controleer de bloeddruk regelmatig i.v.m. het risico op (nachtelijke) hypertensie. Dit risico kan verlaagd worden door de laatste tablet meer dan 4 uur voor het naar bed gaan in te nemen. Midodrine wordt niet altijd vergoed door de zorgverzekeraars. - Desmopressine voor het naar bed gaan kan orthostatische hypotensie verminderen. - Pyridostigmine, 40-240 mg/dag. - Een perifere dopamineantagonist, zoals domperidon, 30-60 mg/dag . Voor Domperidon is onvoldoende bewijs en gezien het risico op verlengde QT-tijd is het zeker geen middel van eerste keuze. Het wordt soms wel voorgeschreven, vooral voor orthostatische hypotensie die mede veroorzaakt wordt door parkinsonmedicatie (perifere dopaminereceptoren die overprikkeld worden door bijvoorbeeld dopamine agonisten zouden geblokkeerd worden door domperidon). Postprandiale hypotensie [101] Definitie: systolische bloeddrukdaling ≥ 20 mm Hg en/of diastolische bloeddrukdaling ≥ 10 mm Hg binnen 2 uur na de maaltijd (meestal na 30‐60 minuten). Diagnose : o.b.v. anamnese: duizeligheid/licht in het hoofd bij verticaliseren na de (warme) maaltijd. Behandeling:  Conservatieve maatregelen: water of sterke koffie drinken voor de maaltijd, frequente kleine maaltijden, koolhydraten beperken. Eventueel de diëtist inschakelen.  Zie orthostatische hypotensie.  Medicamenteus: coffeïne capsule 250 mg, 30 minuten voor de maaltijd Mictiestoornissen [102, 103] Symptomen: meestal nycturie, toegenomen aandrang (urge), toegenomen mictiefrequentie, residugevoel en incontinentie t.g.v. detrusor hyperactiviteit. Behandeling : Altijd eerst urineweginfectie uitsluiten en behandelen. Behandel urineweginfecties conform de richtlijn “Bacteriële urineweginfecties bij adolescenten en volwassenen”, etiologie, diagnostiek, behandeling en profylaxe van de Nederlandse Vereniging voor Urologie, 2009 //of volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties. • Nycturie  Leefregels: ’s avonds minder drinken, indien van invloed individueel bekijken of het helpt om koffie en alcohol te vermijden.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc2MDM=