Previous Page  84 / 105 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 84 / 105 Next Page
Page Background

82

(vervolg Progressieve hemifaciale atrofie (PHA))

Ogen en voorhoofd

• Diepe groeve van bovenooglidplooi

door verlies van vet en diepliggende en

laagstaande oogbol.

• Oogbol staat iets meer naar achteren in de

oogkas

( enophthalmos )

door verlies van vet.

• Oogbol staat iets lager in de oogkas

( hypoglobus

) door verlies van vet.

• Wenkbrauwen en wimpers verliezen haren.

• Oogkas wordt kleiner ten opzichte van de

andere zijde.

• Iris kleiner en pupil groter.

• Afwijking hoornvlies

( keratopathie

) en

netvlies

( chorioideaplooien )

.

• Minder goed zien.

Neus en midden aangezicht

Onderhuidse vetophoping (van de behaarde

hoofdhuid, over een zijde van het voorhoofd,

via de wenkbrauw, de binnenste ooghoek, de

neusvleugel en de wang naar de kin).

Mond en kaak

• Vertraagd doorkomen van tanden aan de

afwijkende zijde.

• Geen of teruggetrokken tandvlees.

Overig

• Dunnere huid en bloedvaten duidelijk

zichtbaar.

• Bruine verkleuring van de huid.

• Afwijking wordt meestal voor of tijdens de

puberteit zichtbaar en stopt na een aantal

jaar.

17. Progressieve

hemifaciale atrofie

(PHA)

Kenmerken die kunnen voorkomen

NEUS

MIDDEN AANGEZICHT

OGEN

VOORHOOFD

MOND

KAAK

OVERIG