101
Bijlage 3 Aandachtspunten bij samenwerking
Aandachtspunten bij samenwerking in de zorg zoals geformuleerd in de
‘Handreiking
Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg’
[72]:
Aandachtspunt 1:
Voor de cliënt is te allen tijde duidelijk wie van de betrokken zorgverleners:
het aanspreekpunt is voor vragen van de cliënt of diens vertegenwoordiger;
het inhoudelijke (eind)verantwoordelijkheid heeft voor de zorgverlening aan de cliënt;
belast is met de coördinatie van de zorgverlening aan de cliënt (zorgcoördinator).
Het is van belang dat deze drie taken over zo weinig mogelijk zorgverleners worden verdeeld. Zo
mogelijk zijn deze taken in één hand.
Aandachtspunt 2:
Alle bij de samenwerking betrokken zorgverleners beschikken zo nodig over een gezamenlijk en up-to-
date zorg- of behandelplan betreffende de cliënt.
Aandachtspunt 3:
Gegarandeerd wordt dat de rechten van de cliënt, zoals deze voortvloeien uit wetgeving en rechtspraak,
op de juiste wijze worden nagekomen. Waar nodig worden afspraken gemaakt om te vergemakkelijken
dat de cliënt de hem toekomende rechten kan uitoefenen.
Aandachtspunt 4:
Een zorgverlener die deelneemt in een samenwerkingstraject vergewist zich ervan dat hij/zij beschikt
over relevante gegevens van collega’s en informeert collega’s over gegevens en bevindingen die zij
nodig hebben om verantwoorde zorg te kunnen verlenen.
Aandachtspunt 5:
Relevante gegevens worden aangetekend in een dossier betreffende de cliënt. Bij voorkeur is dit een
geïntegreerd dossier, dat door alle bij de samenwerking betrokken zorgverleners kan worden
geraadpleegd en aangevuld. Zo niet, dan worden afspraken gemaakt over de wijze waarop
samenwerkingpartners relevante informatie uit een dossier kunnen verkrijgen.
Aandachtspunt 6:
Zorgverleners die deelnemen aan een samenwerkingsverband maken duidelijke afspraken over de
verdeling van taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de zorgverlening aan de cliënt.
Aandachtspunt 7:
Zorgverleners die deelnemen aan een samenwerkingsverband zijn alert op de grenzen van de eigen
mogelijkheden en deskundigheid en verwijzen zo nodig tijdig door naar een andere zorgverlener. Zij zijn
op de hoogte van de kerncompetenties van de andere betrokken zorgverleners.
Aandachtspunt 8:
In gevallen waarin tussen zorgverleners een opdrachtrelatie bestaat, geeft de opdrachtgevende
zorgverlener voldoende instructies met betrekking tot de zorgverlening aan de cliënt.