72
11. Crouzon en Pfeiffer
syndroom
(Craniosynostose als
onderdeel van een
syndroom)
Kenmerken die kunnen voorkomen
Schedel en hersenen
• Vergroeien (verbening) van kroonnaad of
kroonnaden. Soms te vroeg sluiten van
alle naden.
• Vergrootte hersenkamers.
• Verhoogde hersendruk.
• Te lage positie kleine hersenen (Chiari).
Oren
Voornamelijk conductief gehoorverlies
door aangeboren middenoorafwijkingen
en/of afsluiting van de gehoorgang
(gehoorgangatresieën) of een vernauwing
(gehoorgangstenose).
Ogen en voorhoofd
• Ondiepe oogkassen (exorbitisme).
• Oogspierafwijkingen.
• Wijd uit elkaar staan van de ogen, brede
neusrug (hypertelorisme).
Neus en midden aangezicht
Midden gezicht onvoldoende ontwikkeld
(midface hypoplasie).
SCHEDEL
HERSENEN
OGEN
VOORHOOFD
(Vervolg op pagina 73)
OREN
NEUS
MIDDEN AANGEZICHT