Previous Page  77 / 105 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 77 / 105 Next Page
Page Background

75

(vervolg Goldenhar syndroom)

Ogen en voorhoofd

• Vetknobbeltje onder het hoornvlies.

• Eén oogkas kan lager of hoger staan en

minder goed ontwikkeld bij meer ernstige

vorm.

• Laagstand bovenooglid

( blepharoptosis

).

• Klein/afwezigheid van oog

(microphthalmie/anophthalmie).

• Scheelzien

( strabismus

).

• Spleet in het onderooglid (coloboom).

Mond en kaak

• Jukbeen minder goed ontwikkeld.

• Eén (onder)kaakhelft minder goed

ontwikkeld, soms beide zijden.

• Bovenkaak minder goed ontwikkeld

en scheve stand, bij asymmetrische

aandoening. Soms beide zijden minder goed

ontwikkeld in geval van afwijking aan beide

zijden onderkaak.

• (Gedeeltelijke) uitval van de aangezichts-

zenuw waardoor verminderde motoriek

(nervus facialis of andere hersenzenuwen,

zoals de nervus abducens).

• Gehemeltespleet.

• Lipspleet.

• Mondhoek vergroot (macrostomie). Hierdoor

gaat zuigen moeilijk.

• Geen of minder goed ontwikkelde kauw-

spieren.

• Geen of minder goed ontwikkelde speeksel-

klieren.

• Vertraagde gebitsontwikkeling.

• Ontbreken van gebitselementen (tand-

agenesie).

13. Goldenhar syndroom Kenmerken die kunnen voorkomen

MOND

KAAK

OGEN

VOORHOOFD

(Vervolg op pagina 76)