68
8. Carpenter syndroom
(Craniosynostose als
onderdeel van een
syndroom)
Kenmerken die kunnen voorkomen
Schedel en hersenen
Vergroeien (verbening) van de voorhoofdsnaad
(metopicanaad)- en de pijlnaad (sagittaalnaad).
Mond en kaak
• Smalle bovenkaak met ruimtegebrek voor
tanden en kiezen.
• Ontbrekende tanden en kiezen
( oligodontie ).
Handen en voeten
• Korte vingers, afwijking in de stand van
een of meer vingers door zijwaartse
verkromming (clinodactylie), (gedeeltelijk)
aan elkaar gegroeide vingers (syndactylie),
afwijking in de stand van een of meer
vingers
( camptodactylie).
• Extra tenen (polydactylie).
Inwendige organen
Aangeboren hartafwijking.
Overig
Klein geslachtsdeel
( hypogenitalisme ).
SCHEDEL
HERSENEN
HANDEN
VOETEN
MOND
KAAK
INWENDIGE ORGANEN
OVERIG