49
het functioneren in een groep/klas. Er kunnen problemen zijn bij het diepte zien
wat gevolgen kan hebben voor het vrij bewegen door vooral onbekende ruimtes.
Omdat de visuele problemen meestal op latere leeftijd ontstaan na een periode
van goed zien, moet er ook aandacht zijn voor rouwverwerking vanwege het
verlies van goed zicht.
Expertisecentra voor slechtzienden en blinden (zie hoofdstuk
‘Praktische informatie’) kunnen de visuele functies goed in kaart brengen: wat en hoe ziet
de patiënt? Zorgverleners zoals oogmeetkundigen en psychologen kunnen de
gevolgen in kaart brengen op het functioneren en de juiste (psychologische)
behandeling adviseren.
Opleiding, arbeid, wonen
Jongvolwassenen met NF2, die een vervolgopleiding doen, hebben meestal
ondersteuning nodig vanwege de klachten, die ze kunnen hebben.
Werk vinden voor iemand met NF2 kan lastig zijn, omdat er meerdere klachten
naast elkaar kunnen bestaan, die beperkingen geven.
Eenmaal op de arbeidsmarkt, kan de volwassene met NF2 functioneren
als de juiste aanpassingen worden gerealiseerd. Meestal wordt eerst een
werkplekonderzoek verricht en daarna advies gegeven voor aanpassingen. Voor
Het kenniscentrum handicap + studie geeft uitgebreide informatie
over studeren met een beperking. Zie:
www.handicap-studie.nl .DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) geeft informatie over
studievertraging door ziekte of beperking. Zie:
www.duo.nl.
Op de sites van expertise- en kenniscentra (zie hoofdstuk
‘Praktische informatie’ )kun je informatie vinden over leven, leren,
wonen en werken met auditieve en visuele beperkingen en kun je
ook vragen stellen.