Previous Page  12 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 12 / 23 Next Page
Page Background

Primair lymfoedeem

Specifieke aandachtspunten

·

·

Voorlichting

Verschillende zorgverleners uit het

multidisciplinair team geven de patiënt gedurende het

behandeltraject (opnieuw) informatie over de preventie en

de behandeling van lymfoedeem. Het gefaseerd geven en

herhalen van voorlichting heeft een gunstige invloed op de

behandeling. Ga bij de patiënt na of er nog vragen zijn over

de behandeling en geef zo nodig uitleg of overleg bij twijfel

met de hoofdbehandelaar.

·

·

Subklinisch lymfoedeem

Er kunnen klachten bestaan,

zonder dat er objectief sprake is van lymfoedeem. De

huisarts kan de patiënt advies geven over factoren die

mogelijk invloed hebben op het lymfoedeem. Door

overgewicht of gebrek aan beweging, maar ook door

overbelasting kunnen de klachten toenemen. Verwijs zo

nodig al in een vroeg stadium naar een oedeemtherapeut

voor individuele adviezen en voor instructie in zelfzorg.

·

·

Prikken, infuus aanleggen en bloeddrukmeting

Vermijd, bij voorkeur en zo lang er alternatieve gebieden

zijn, prikken in oedeemgebied. Dermatologen raden

het inbrengen van een infuus aan een aangedane

zijde af, zeker als er ook nog medicatie in het infuus

gaat. Dit kan verergering van de klachten, maar ook

infecties veroorzaken. Andere acties met naalden in

het oedeemgebied, zoals het zetten van tatoeages of

acupunctuur, worden om dezelfde reden afgeraden.

Meet de tensie bij voorkeur niet aan een aangedane arm.

Aangezien bij primair lymfoedeemmeestal de voeten/

benen zijn aangedaan, zal dit in de praktijk niet vaak aan

de orde zijn.

·

·

Obesitas

is een zeer belangrijke risicofactor voor

lymfoedeem. Bespreek met de patiënt wat te doen om

een gezond gewicht te houden of te krijgen (zie de

NHG- Standaard Obesitas )

. Verwijs eventueel naar een diëtist.

·

·

Gebrek aan beweging

Dit is de tweede belangrijkste

risicofactor bij lymfoedeem. Besteed hier in de preventie en

bij de behandeling (blijvend) aandacht aan.

·

·

Brandwonden

Het door lymfoedeem aangedane

lichaamsdeel is bijzonder infectiegevoelig. Vermijd het

doorprikken van blaren in oedeemgebied. Behandeling

bestaat uit koelen, verzorgen en verbinden van de

brandwond.

·

·

Overige risicofactoren huidinfectie

Naast wondjes

vormen eeltplekken, likdoorns en kloven in het door

lymfoedeem aangedane lichaamsdeel een risico voor het

ontstaan van een bacteriële huidinfectie. Geef, indien

nodig, voorlichting over goede huid- en voetverzorging

of verwijs de patiënt naar een ervaren podotherapeut of

pedicure.

·

·

Erysipelas

Patiënten met lymfoedeem hebben een

vergrote kans om erysipelas te krijgen. De verschijnselen

kunnen echter subtiel zijn in het beginstadium; een

grieperig gevoel of algehele malaise, zelfs met slechts

vage tekenen of totale afwezigheid van de karakteristieke

scherpbegrensde rode verkleuring van het infectiegebied.

Indien er sprake is van erysipelas kan de huisarts of

therapeut met compressie starten, meestal door te

zwachtelen. Behandel de erysipelas verder conform de

NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties

of overleg met

de behandelend dermatoloog. Goede behandeling van het

lymfoedeem na een doorgemaakte erysipelas is van belang

om recidivering te voorkomen.

·

·

Lymfangitis

Behalve erysipelas kan een bacteriële infectie

ook optreden in de vorm van lymfangitis. Deze aandoening

komt meestal voor in armen en benen. Symptomen

zijn: koorts, hoofdpijn en gevoel van algehele malaise.

De aangedane lymfevaten zijn hierbij gevoelig en er

kunnen op de huid boven de ontstoken vaten warme, rode

strepen zichtbaar zijn die tot in de oksel of liezen kunnen

lopen. Behandel lymfangitis met antibiotica gericht

op staphylococcen en streptococcen of overleg met de

behandelend dermatoloog.

·

·

Antibiotica

Behandel infecties laagdrempelig met

antibiotica, gezien de verhoogde kans op erysipelas en het

risico op forse complicaties bij het (te) laat starten met

behandelen van een infectie. Geef de patiënt eventueel

preventief een antibioticumkuur mee.

·

·

Diarree en buikpijn

Patiënten met lymfoedeem die na het

eten van vet voedsel buikpijn en diarree krijgen, hebben

mogelijk intestinale lymfangiectasiëen.

3

Overleg bij een

vermoeden hiervan met de behandelend dermatoloog. De

behandeling bestaat uit een dieet op basis van medium-

chain-tryglicerides, waardoor de klachten verminderen.

·

·

Andere aandoening

Ook bij bekend lymfoedeem is een

kritische evaluatie nodig wanneer er nieuwe klachten zijn,

of wanneer het beloop van bestaande klachten verandert.

-- Sluit diepe veneuze trombose uit bij het optreden van

een plotselinge, pijnlijke zwelling in been of arm.

-- Chronisch veneuze insufficiëntie met orthostatisch

oedeem kan secundair aan het bestaande lymfoedeem

ontstaan en een langzaam progressieve zwelling in de

benen veroorzaken. Houd hier rekening mee en verricht

zo nodig diagnostiek.

-- Cardiale problematiek, bijvoorbeeld decompensatio

cordis, kan oedeem in de benen veroorzaken. Verricht

uitgebreid lichamelijk onderzoek bij een vermoeden

hiervan.

-- Een groeiende tumor kan door druk op het lymfeweefsel

de lymfe-afvoer belemmeren. Dit veroorzaakt mogelijk

een snel progressief en pijnlijk lymfoedeem. Wees

bedacht op een eventuele tumor wanneer een patiënt

komt met klachten die hierbij passen en verricht zo

nodig onderzoek.

10