Previous Page  10 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 23 Next Page
Page Background

Primair lymfoedeem

8

mogelijk om oedeem te behandelen op plaatsen in het

lichaamwaar compressietherapie niet of nauwelijks

mogelijk is. Lymfetaping is een aanvulling op de manuele

lymfedrainage. In het bijzonder voor (kleine) kinderen

kan lymfetape een belangrijke verbetering van de

kwaliteit van leven betekenen, omdat ze zich vrij kunnen

blijven bewegen terwijl het lymfoedeem afneemt.

--

Manuele lymfedrainage (MLD)

Met behulp van

speciale massagetechnieken worden de lymfebanen

gestimuleerd om het vocht beter af te voeren. Bij

patiënten met bepaalde gendefecten is hier overigens

geen effect van te verwachten.

--

Fascie release technieken

Om de onderlinge

verschuifbaarheid van weefsels te verbeteren, kan de

therapeut voor deze methode kiezen, waardoor de

functie verbetert en daarmee de natuurlijke lymfe-

afvloed.

--

Therapeutisch elastische kous (TEK)

Hiermee besluit

elke lymfoedeembehandeling. Er zijn diverse soorten

kousen. Therapeuten gebruiken vlakbreikousen bij de

behandeling van lymfoedeem, omdat dit type kous de

beste pasvorm en drukverdeling geeft. Alle therapeutisch

elastische kousen voor been, arm, genitaliën, hoofd-

hals en borst-thorax worden op maat gemaakt. De

dermatoloog of therapeut zal elke keer opnieuw de

kous aanmeten om kleine omtrekveranderingen in de

nieuwe kous te laten verwerken. Kousen hebben een

verschillende mate van elasticiteit en geven daardoor

een eigen, specifieke druk. Afhankelijk van het stadium,

de locatie en het soort lymfoedeem kan deze druk

variëren (zie

Bijlage 2 )

. In principe blijft de patiënt de

therapeutisch elastische kous levenslang dragen, om de

bereikte oedeemreductie te behouden.

·

·

Oedeemmeting

Het vergelijken van regelmatig

uitgevoerde volumemetingen van het oedeemgebied

geeft een objectief beeld van het effect van de therapie.

Dit kan op verschillende manieren, onder andere

met behulp van een meetlint, een perometer of een

waterverplaatsing methode. Verschillende personen

binnen het behandelteam kunnen de meting uitvoeren,

mits zij deze metingen gestandaardiseerd uitvoeren. Bij

zwelling in gebieden waar volumetrie niet mogelijk is, kan

de dermatoloog, oedeemfysiotherapeut of huidtherapeut

met behulp van palpatie en de test van Godet een indruk

krijgen van het oedeem.

·

·

Oefentherapie

Met ademhalingsoefeningen en

oefentherapie kan de patiënt de functie van het houdings-

en bewegingsapparaat en de lymfe-afvloed verbeteren.

Het is belangrijk dat de patiënt een goede balans vindt

tussen belastbaarheid en belasting. Aanvankelijk kan de

patiënt onder begeleiding van een fysiotherapeut, die

gespecialiseerd is in het behandelen van lymfoedeem,

bekijken welke oefeningen en welke mate van inspanning

haalbaar zijn. Na goede instructie kan de patiënt de

oefeningen eventueel ook thuis uitvoeren.

·

·

Huid-, nagel- en voetverzorging

Het is van groot belang

om de huid en nagels in goede conditie te houden ter

voorkoming van infecties. Eventueel kan een ervaren

podotherapeut of pedicure hierbij helpen.

·

·

Zelfmanagement

Patiënten kunnen zelf een actieve

bijdrage leveren aan de behandeling en het onder controle

houden of voorkómen van lymfoedeem. Door het doen van

oefeningen, een goede huidverzorging en het monitoren

van het effect van de behandeling, blijft de patiënt langer

zelfstandig en is minder afhankelijk van een behandelaar.

De patiënt kan eventueel een cursus ‘Zelfmanagement

voor patiënten met lymfoedeem’ volgen (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Medicatie

Bij (primair) lymfoedeem is medicatie niet

geïndiceerd.

5

·

·

Medium-chain-triglyceride dieet (MCT)

kan helpen bij

intestinale lymfangiectasiëen.

3

Dit is een dieet waarin

de triglyceriden, samengesteld uit vetzuren met lange

koolstofketens, geheel of gedeeltelijk vervangen worden

door triglyceriden bestaande uit vetzuren met middellange

koolstofketens. Een diëtist begeleidt de patiënt hierbij.

Verwijzing hiervoor vindt plaats via de tweede- of

derdelijn.

·

·

Chirurgische behandeling

Wanneer adequate, optimale

niet-operatieve behandeling onvoldoende resultaat biedt,

kan de dermatoloog de mogelijkheid van lymfechirurgie

zoals lymfoveneuze shunts en lipolymfosuctie met de

patiënt bespreken.

Onderhoudsfase

Er wordt in deze fase geen volumevermindering meer

verwacht. In een stabiele onderhoudsfase bestaat de

behandeling in de meeste gevallen uit het dragen van

een therapeutisch elastische kous. De dermatoloog,

oedeemfysiotherapeut of huidtherapeut controleert de kous

regelmatig en vervangt deze zo nodig en doet de klinimetrie

(metingen). Juist in deze fase is zelfmanagement van groot

belang. De patiënt streeft hierbij naar goede huidverzorging,

(het behoud van) een gezond gewicht en voldoende

beweging. In deze fase is er meestal geen actieve rol voor

een paramedicus nodig. Wanneer er een verergering van het

lymfoedeem optreedt, bijvoorbeeld door een insectenbeet,

een wondje of wondroos, dan is het noodzakelijk dat de

patiënt voor behandeling naar de huisarts of dermatoloog

gaat.