77
Bijlage 4
Checklist Aandachtspunten gesprek
Voor fase 1, 2, 3 en 4 kunnen de volgende aspecten worden besproken door de hoofdbehandelaar
(kinderarts/-nefroloog of internist-nefroloog) en vastgelegd in het individueel zorgplan (zonder
volledigheid na te streven).
Fase 1
Organisatie van de zorg
Hoofdbehandelaar en overige betrokken zorgverleners en hun taken en
verantwoordelijkheden.
De hoofdbehandelaar en de (vertegenwoordiger(s) van de) zorgvrager kunnen te allen tijde
inzage hebben in het IZP. De hoofdbehandelaar bespreekt hoe dit realiseerbaar is.
Behandeling
Informatieverstrekking door hoofdbehandelaar, waarbij de hoofdbehandelaar aangeeft welke
internetsite(s) geschikt zijn te raadplegen.
Nagaan of verwijzing naar diëtist met specifieke deskundigheid op het gebied van
kindergeneeskunde resp. nierziekten op dit moment al wenselijk is.
Zelfmanagement
Therapietrouw ten aanzien van:
consulten;
medicatie;
dieet;
vochtinname.
Afspreken wie (in specifieke situaties) de hoofdbehandelaar is.
Observeren op: oedeemvorming in het gelaat, op enkels of buik, gewichtstoename,
vermoeidheid en schuimende urine.
Bij de eerste aanwijzingen op verdenking van NS neemt de (vertegenwoordiger van de)
zorgvrager direct contact op met de hoofdbehandelaar.
Fase 2
Organisatie van de zorg
Hoofdbehandelaar en overige betrokken zorgverleners, hun taken en verantwoordelijkheden
en hun deskundigheid van NS.
De hoofdbehandelaar en de (vertegenwoordiger(s) van de) zorgvrager kunnen te allen tijde
inzage hebben in het IZP. De hoofdbehandelaar bespreekt hoe dit realiseerbaar is.
Behandeling
Werkwijze diagnostische fase en bijbehorend lokaal protocol, hierbij ook:
bij volwassenen uitleg geven over histologisch onderzoek (nierbiopsie) ten behoeve
van de prognose en behandelbaarheid;
bij kinderen uitleg geven waarom een nierbiopt in deze fase (meestal nog) niet nodig: