Background Image
Previous Page  63 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 63 / 72 Next Page
Page Background

Zorgstandaard MD1 2015

63

• psychosociale anamnese waarbij specifieke aandacht uitgaat naar eventuele relatie- en

gezinsproblematiek en arbeidsproblematiek.

• De centrale zorgverlener verwijst de patiënt naar een cardioloog door:

• om de twee tot vijf jaar;

• bij klachten;

• bij een afwijkend ECG.

• De anesthesioloog wordt voorafgaand aan de operatie nadrukkelijk op de hoogte gesteld van

de diagnose MD1. In het preoperatief consult is aandacht voor de hart- en longfunctie (o.a.

preoperatief ECG). Indien nodig wordt verwezen naar cardioloog en/of longarts.

• Postoperatief dienen MD1-patiënten minimaal 24 uur bewaakt te worden op de intensive care.

• Vrouwen met MD1 die zwanger zijn, worden in alle gevallen gecontroleerd door een

gynaecoloog die bekend is met MD1.

• De bevalling van vrouwen met MD1 vindt plaats in een ziekenhuis, onder begeleiding van een

gynaecoloog.

Bronvermelding

• Kwaliteitscriteria revalidatiezorg voor mensen met een spierziekte, geformuleerd vanuit patiëntenperspectief,

2010.

• Kwaliteitscriteria revalidatiezorg voor kinderen met een spierziekte, geformuleerd vanuit patiëntenperspectief,

2010

• Kwaliteitscriteria diagnostiek en medische zorg in ziekenhuizen voor volwassenen met een spierziekte,

geformuleerd vanuit patiëntenperspectief, 2012

• Kwaliteitscriteria diagnostiek en medische zorg in ziekenhuizen voor kinderen met een spierziekte,

geformuleerd vanuit patiëntenperspectief, 2012

VRA Behandelkader

2013. VRA-werkgroep ‘neuromusculaire aandoeningen’.

• Minimale criteria voor diagnostiek en medische zorg voor volwassenen met neuromusculaire aandoeningen,

2013. ISNO (Interuniversitair Steunpunt Neuromusculair Onderzoek).