Previous Page  33 / 99 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 33 / 99 Next Page
Page Background

31

het besluit neemt of je wilt weten dat je drager bent

van een SCA-soort. Daarom ziet het zorgtraject er als

volgt uit:

• Je gaat meestal eerst naar de huisarts.

• De huisarts verwijst je door naar een klinisch

geneticus uit een expertisecentrum of een

klinisch geneticus met een specialisatie in

neurogenetica.

• Tijdens de afspraak bespreekt de klinisch

geneticus met je wat de voor- en nadelen van

DNA-onderzoek (een DNA-diagnose stellen) zijn.

• Na ongeveer 2 tot 4 weken heb je weer een

afspraak. Bij deze afspraak is er ook een

psychosociaal medewerker aanwezig. Deze

psychosociaal medewerker kan een medisch

maatschappelijk werkende, genetisch consulent

of een psycholoog zijn. Als je genoeg informatie

hebt gekregen en al je vragen hebt kunnen

stellen dan kun je tijdens die afspraak besluiten

of je wel of niet DNA-onderzoek wil laten doen.

• Als je hebt gekozen om DNA-onderzoek te

laten doen, dan volgt er na een aantal weken

een afspraak waarin de uitslag wordt verteld.

Het is gewenst dat de klinisch geneticus en

psychosociaal medewerker beiden aanwezig zijn

tijdens die afspraak. Mocht de psychosociaal

medewerker niet bij de afspraak aanwezig kunnen

zijn, dan kun je nog diezelfde week een afspraak

krijgen bij de psychosociaal medewerker.

-

-

Vervolg (mogelijkheid A): indien nodig kun je

meerdere vervolgafspraken krijgen bij een

psychosociaal medewerker.

-

-

Vervolg (mogelijkheid B): als uit het

DNA-onderzoek blijkt dat je drager bent