Previous Page  32 / 99 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 32 / 99 Next Page
Page Background

30

bij families waarin wel een SCA-soort is gevonden (zie

pagina 29

). Het enige verschil is dat de zorgverleners

waarschijnlijk niet direct DNA-onderzoek kunnen doen

naar een specifiek SCA-soort. Je zult dan samen met de

neuroloog bespreken wat voor jouw situatie het beste

is. Zie hiervoor ook de

bijlage

.

4.2.2. Wat als ik een familielid heb met

ADCA/SCA en zelf géén verschijnselen

en/of klachten heb?

Het kan voorkomen dat een familielid vertelt dat er

bij hem ADCA/SCA is gediagnosticeerd. Zonder dat je

verschijnselen of klachten van ADCA/SCA hebt, vraag

je je misschien toch af of je die aandoening ook krijgt.

In die situatie kun je ervoor kiezen om een traject

te starten om antwoord te krijgen op die vraag. Dat

traject vindt plaats bij de klinisch geneticus. Het traject

ziet er anders uit voor mensen met een familielid waar

ADCA is gediagnosticeerd (zonder DNA-diagnose) of

een familielid waar een SCA-soort is gediagnosticeerd.

Hieronder wordt uitgelegd hoe dat traject er voor elk

van die twee groepen uit ziet.

Wat als mijn familielid een SCA-soort heeft?

Een DNA-diagnose kan andere gevolgen hebben als

je géén verschijnselen en klachten hebt, dan wanneer

je die verschijnselen en klachten wél hebt. Weten dat

je drager bent van een SCA-soort kan van invloed

zijn als je bijvoorbeeld een verzekering of hypotheek

wilt afsluiten. Drager zijn van een SCA-soort betekent

dat je de verschijnselen en klachten gaat krijgen. Die

wetenschap kan invloed hebben op je welbevinden. Het

is dus belangrijk dat je op basis van goede informatie