Previous Page  30 / 99 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 30 / 99 Next Page
Page Background

28

aanleg voor de aandoening bij zich dragen of niet. Als

familieleden een (informatief) gesprek met de neuroloog

of klinisch geneticus willen, dan kunnen zij na verwijzing

door bijvoorbeeld de huisarts bij voorkeur binnen 3

weken bij de neuroloog of klinisch geneticus terecht.

In

paragraaf 4.2.1

wordt beschreven hoe het diag-

nosetraject eruit ziet als er in je familie sprake is van

ADCA/SCA en je zelf ook verschijnselen en klachten

hebt. In

paragraaf 4.2.2

wordt beschreven hoe het

diagnosetraject eruit ziet als er in je familie sprake is

van ADCA/SCA en je zelf géén verschijnselen en klach-

ten hebt.

De

bijlage

beschrijft waar een Individueel Zorgplan (IZP)

voor ADCA/SCA uit kan bestaan. Mocht het opstellen

van een IZP in jouw situatie wenselijk zijn, dan kun je

de informatie uit de bijlage als basis gebruiken voor je

eigen IZP. In een IZP kun je, samen met je zorgverleners,

bepalen en vastleggen wat je wensen en behoeften zijn

wat betreft de zorg in iedere fase van het zorgtraject.

4.2.1. Wat als ik een familielid heb met

ADCA/SCA en zelf óók verschijnselen

en/of klachten heb?

Misschien heb je verschijnselen en klachten die je

familielid met ADCA/SCA ook heeft. In dat geval kun

je ervoor kiezen om een diagnosetraject te starten. Dit

traject is verschillend voor families waar ADCA voorkomt

(zonder dat er een SCA-soort is gevonden) en families

waar een SCA-soort is gevonden.