13
Craniofaciale aandoeningen
Hieronder staat per aandoening (in alfabetische volgorde) op welke manier
overerving plaatsvindt, voor zover dat bekend is. Wil je precies weten welke
genen betrokken zijn? Dat kun je nalezen in de Zorgstandaard Craniofaciale
Aandoeningen voor zorgverleners. Voor gericht erfelijkheidsadvies kun je
terecht bij een klinisch geneticus.
Zie voor meer informatie:
Zorgstandaard Craniofaciale Aandoeningen voor zorgverleners:
www.kwaliteitsstandaarden.net.
Apert syndroom
Het Apert syndroom erft autosomaal dominant over. Het ontstaat bijna altijd
nieuw bij het kind: ‘de novo’.
Beckwith-Wiedemann syndroom
Meestal komt het Beckwith-Wiedemann syndroom bij één persoon in een familie
voor. Bij een klein gedeelte van de mensen met dit syndroom is het erfelijk. Of en
hoe het erfelijk is, hangt af van de genetische oorzaak.
Binder syndroom en Progressieve hemifaciale atrofie
Over de oorzaak van het Binder syndroom en Progressieve hemifaciale atrofie
is nog erg weinig bekend.
Burn-McKeown syndroom
Het Burn-McKeown syndroom erft autosomaal recessief over.
Carpenter syndroom
Het Carpenter syndroom erft autosomaal recessief over. Het ontstaat door
overerving via beide ouders.
WWW