Previous Page  16 / 105 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 16 / 105 Next Page
Page Background

14

Craniofrontonasaal syndroom

Het Craniofrontonasaal syndroom erft X-gebonden dominant over. Het

ontstaat door overerving via het X-chromosoom: vaders met een afwijkend

X-chromosoom geven dit alleen door aan hun dochters, moeders met een

afwijkend X-chromosoom hebben 50% kans dit door te geven aan hun zonen of

dochters.

Bij deze aandoening zijn vrouwen vaak ernstiger aangedaan dan mannen.

Craniosynostose

Een craniosynostose zonder syndroom ontstaat waarschijnlijk door een

combinatie van erfelijke en niet-erfelijke factoren

( multifactorieel )

. Hierbij is de

herhalingskans in een volgende zwangerschap meestal laag (dit hangt ook af

van welke schedelnaad/-naden aangedaan zijn).

Bij craniosynostose als onderdeel van een syndroom hangt de herhalingskans

af van de genetische oorzaak. Hier is de overerving niet multifactorieel maar

kan autosomaal-dominant, autosomaal-recessief, X-chromosoom gerelateerd

of zelfs onbekend zijn.

Zie voor meer informatie:

www.

erfelijkheid.nl/ziektes/craniosynostose www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/kinderhoofdjes/craniosynostose.php

Crouzon en Pfeiffer syndroom

Het Crouzon en Pfeiffer syndroom erft autosomaal dominant over. Het ontstaat

nieuw bij een kind of het is van een ouder geërfd.

Encephalocèles

Encephalocèles met aangezichtsproblematiek ontstaat doordat er vroeg in de

zwangerschap een verbinding tussen huid en hersenen blijft bestaan. Hierdoor

komt er geen schedelbot tussen de huid en hersenen. Een Encephalocèles kan

onderdeel zijn van een syndroom. In dat geval kan het erfelijk zijn.

WWW