Previous Page  13 / 105 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 105 Next Page
Page Background

11

kans van 1 op 2 (50%) op dragerschap. Dit geldt voor jongens en meisjes. Ook is

er een kans van 1 op 4 (25%) dat het kind de aandoening niet krijgt en ook geen

drager is.

X-gebonden overerving

Bij een geslachtsgebonden, ofwel

X-gebonden

overerving is er een

verandering in een gen dat op het

geslachtschromosoom ligt. De

geslachtschromosomen bepalen

of je een man of vrouw bent.

Mannen hebben een X- en een

Y

- chromosoom

(XY). Vrouwen

hebben twee X-chromosomen

(XX).

Bij een

X-gebonden dominante

overervende aandoening is één

veranderd gen sterker dan het

goede gen. De aanwezigheid van één veranderd gen is al voldoende om de aan-

doening te krijgen. Bij deze manier van overerven kunnen mannen en vrouwen

de aandoening krijgen. Dit komt echter heel weinig voor.

Spontane mutatie

Erfelijke aandoeningen kunnen opeens beginnen. Soms is de oorzaak niet een

erfelijke verandering die een kind van de ouder(s) erft. Maar de ziekte begint

door een spontane mutatie: een verandering in het erfelijk materiaal die zomaar

optreedt. Dit wordt ‘de novo’ (nieuw) genoemd.

xx

xy

xy

xx

xx

xy

Bron: Afdeling Klinische Genetica, UMC Utrecht