33
arts een tweede mening (second opinion) bij een (ander) expertisecentrum aan
te vragen.
In Nederland zijn expertisecentra voor diverse craniofaciale aandoeningen.
Deze expertisecentra zijn door het Ministerie van VWS erkend.
Voor een actueel overzicht van deze expertisecentra ga je naar:
www.vsop.nl,
www.zichtopzeldzaam.nlof
www.laposa.nl (http://www.laposa.
nl/schedel-enof-aangezichtsaandoeningen/expertise-centra/).
5.4 Transitiezorg
Met de
transitiezorgbedoelen we de zorg voor het kind / de jongvolwassene
bij de overgang naar het volwassen worden. De transitiefase is voor een kind
met een craniofaciale aandoening een periode waarin veel verandert. Jouw kind
maakt in deze fase de overstap van een team dat gespecialiseerd is in de zorg
voor kinderen naar een team dat gespecialiseerd is in de zorg voor volwassenen.
Hierbij neemt je kind de verantwoordelijkheden rondom de medische zorg voor
zichzelf van jou als ouder (stap voor stap) over. Maar ook een eventueel gevecht
met (nieuwe) problemen die bij de leeftijdsfase passen hoort bij deze fase. Het
is belangrijk om een kind met een craniofaciale aandoening hier op tijd op voor
te bereiden en in te begeleiden. De zorgcoördinator start de voorbereiding
op de transitie ruim voordat jouw kind 18 jaar wordt. De regievoerend arts
is verantwoordelijk voor een goed verloop van de transitie van kinder- naar
volwassenenzorg.
Je kunt met vragen over de transitiezorg terecht bij de regievoerend arts en
de zorgcoördinator. Samen met de regievoerend arts en de zorgcoördinator
maak je afspraken over de transitiezorg en deze leg je samen met eventuele
verwachtingen vast in het individueel zorgplan.
5.5 Shared care
‘Shared care’wil zeggen dat alle basiszorg (meestal) dichtbij plaatsvindt in
het plaatselijke ziekenhuis en de zorg door experts ver(der) weg in een UMC of
in een expertisecentrum ergens in Nederland (zie hoofdstuk
5.3 Expertise- en behandelcentra ).
WWW