Previous Page  16 / 25 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 16 / 25 Next Page
Page Background

46,XY DSD: Algemeen

14

naar de behoefte van de betrokkene aan psychologische

begeleiding en deze hiervoor zo nodig naar een psycholoog

verwijzen.

·

·

Rol van de psycholoog

Ondersteuning en/of begeleiding

van een psycholoog kan op meerdere momenten en in

verschillende situaties gewenst zijn.

3

Hieronder enkele

voorbeelden:

-- Vlak na de geboorte van een kind met DSD:

·

·

De psycholoog kan de ouders emotionele

ondersteuning bieden, waarbij er aandacht is voor

het herkennen, benoemen en verwerken van emoties

zoals onzekerheid, verdriet, schaamte en schuld.

·

·

Begeleiding bij het wel of niet nemen van beslissingen

rondom het geslacht en eventuele keuze van

interventies.

·

·

Voor kinderen is een liefdevolle en veilige band met

de ouders van essentieel belang. De psycholoog kan

ouders helpen de hechting aan en de band met hun

kind te bevorderen.

-- Begeleiding tijdens de kinderjaren:

·

·

De psycholoog kan onder andere de ouders en het kind

leren omgaan met het sociale stigma dat geassocieerd

kan zijn met de diagnose of de behandeling(en).

·

·

Met een wat ouder kind kan de psycholoog anticiperen

op eventueel toekomstige moeilijke periodes en

werken aan effectieve copingmechanismen.

-- Bij nieuwe medische of chirurgische interventies.

-- In de puberteit waarin thema’s als seksualiteit, intimiteit

en uiterlijk gevoelig liggen.

-- Begeleiding bij de transitie van pediatrische zorg naar

volwassenenzorg.

-- Evalueren en begeleiden van de ontwikkeling van de

genderidentiteit.

-- Adviseren van het multidisciplinair team ten aanzien

van voorlichting over de aandoening, afgestemd op de

capaciteit en behoeften van de betrokkenen.

Diagnostiek bij familieleden

·

·

Familieonderzoek

De kinderarts verwijst ouders van

een kind met 46,XY DSD naar een klinisch geneticus. Die

bespreekt de mogelijkheid van een erfelijke vorm. Bij een

erfelijke vorm kan een meer uitgebreid familieonderzoek

zinvol zijn om een beter beeld te krijgen van eventueel

dragerschap (bij ouders, andere kinderen en familieleden)

en van de kans om opnieuw een kind te krijgen met

46,XY DSD.

·

·

Zelfbeschikkingsrecht

Iedereen (bij kinderen jonger

dan 12 jaar de ouders) heeft zelfbeschikkingsrecht. De

klinisch geneticus bespreekt uitgebreid de wenselijkheid

c.q. de consequenties van een genetisch onderzoek,

met name van DNA-onderzoek, en geeft de betrokkene

de gelegenheid om een genetische test zorgvuldig te

overwegen. Behalve het recht om te weten geldt ook het

recht om niet te weten.

·

·

Informeren familieleden

Gezien de Nederlandse

privacywetgeving is het klinisch genetici/consulenten

niet toegestaan rechtstreeks familieleden te informeren

over de gevonden mutatie. De betrokkene kan alleen

zelf familieleden informeren met behulp van de door de

klinisch geneticus opgestelde familiebrieven.

Prenatale diagnostiek

·

·

Prenatale diagnostiek

Soms worden ouders al in de

zwangerschap geconfronteerd met de mededeling dat het

geslacht van hun kind onduidelijk is. In dit geval verwijst de

gynaecoloog de ouders naar een perinatologisch centrum

met expertise op het gebied van DSD. De gynaecoloog

beoordeelt echografisch het geslacht van de foetus en

bekijkt of er andere bijzonderheden zijn die echografisch

zichtbaar zijn. Soms laat de gynaecoloog ook een

chromosomenanalyse uitvoeren. Het verrichten van een

chromosomenanalyse in vruchtwater is echter niet altijd

ondersteunend in de verdere prenatale besluitvorming.

Goede begeleiding van en uitleg aan ouders is belangrijk.

·

·

Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD)

Dit is een

IVF-procedure waarbij voorafgaand aan de plaatsing van

het embryo een cel wordt afgenomen en onderzocht op

een specifieke mutatie. Een niet-aangedaan embryo wordt

in de baarmoeder geplaatst. Wanneer een stel overweegt

om via PGD zwanger te worden, verwijst de (huis)arts het

stel met kinderwens naar de klinisch geneticus voor een

voorlichtings-/adviesgesprek.

Fertiliteit en kinderwens

·

·

Fertiliteit

Vrouwen met 46,XY DSD zijn onvruchtbaar. Door

de afwezigheid van ovaria is er geen productie van eicellen.

·

·

Kinderwens en reproductieve opties

Bij vrouwen met

compleet gonadale dysgenesie is de uterus aanwezig en

bestaat de mogelijkheid ommet behulp van eiceldonatie

en IVF zwanger te worden.

18

De behandelend arts verwijst

bij een kinderwens naar een fertiliteitspolikliniek. Wanneer

er een kinderwens is, maar een zwangerschap niet tot

de mogelijkheden behoort, zullen de betrokkenen zelf

een voor hen passende keuze moeten maken. Adoptie,

draagmoederschap en kinderloos blijven, behoren tot de

mogelijkheden.

E

rfelijkheidsvoorlichting,

fertiliteit en zwangerschap