Previous Page  15 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 15 / 21 Next Page
Page Background

Parkinsonismen

letten op een rustig spreektempo, helder en bondig

formuleren en niet teveel informatie in één keer geven. Het

verhaal van de patiënt is mede door de ziekte niet altijd

betrouwbaar. Vraag het ook altijd na bij de mantelzorger.

·

·

Psychosociale ondersteuning

Gezien de geleidelijke

toename van de fysieke en cognitieve beperkingen

zal de patiënt zich vaak moeten aanpassen aan zijn

omstandigheden, bijvoorbeeld in de aard van de

werkzaamheden of de verdeling van de beperkte energie

over (dagelijkse) activiteiten. Het is van belang steeds

weer een evenwicht te vinden. Op den duur zijn alle

parkinsonismepatiënten van andermans zorg afhankelijk.

De huisarts kan bij de psychosociale problematiek een

adviserende en ondersteunende rol spelen, evenals

de parkinsonverpleegkundige. Ook verwijzing naar

maatschappelijk werk en/of psychologische hulpverlening

zijn hiervoor opties.

·

·

Belasting omgeving

Vanwege de fysieke en cognitieve

beperkingen doet de patiënt geregeld een beroep op de

naaste omgeving. De huisarts let op signalen die kunnen

wijzen op een te grote lichamelijke en/of psychische

belasting en kan de mantelzorgers hier actief naar vragen.

De parkinsonverpleegkundige kan ondersteuning bieden,

evenals een maatschappelijk werker of psycholoog.

Praktische tips voor patiënten en mantelzorgers zijn te

vinden in het ‘Zorgboek Parkinsonismen’ en het ‘Zorgboek

Parkinson(ismen) en de naasten’, te bestellen via de

Parkinson Vereniging (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Seksualiteit

Psychiatrische klachten, medicatie en

psychosociale omstandigheden kunnen de seksuele

activiteit negatief beïnvloeden. Bij MSA is impotentie vaak

één van de eerste symptomen, zonder dat er sprake is van

andere problemen. Het onderwerp is voor de patiënt en

partner soms moeilijk bespreekbaar. De vertrouwensband

met de huisarts kan ruimte bieden om het paar actief naar

deze problematiek te vragen. Het bespreekbaar maken

van wensen en grenzen kan voldoende hulp zijn. Bespreek

zo nodig praktische oplossingen en/of verwijs naar

hulpverlening. Ook kan in overleg met de neuroloog het

(medicamenteuze) beleid worden aangepast.

·

·

Revalidatie

Revalidatie helpt patiënten optimaal te

functioneren in het dagelijkse leven. De doelen worden

individueel vastgesteld afhankelijk van de hulpvraag en

beperkingen. Er is aandacht voor specifieke activiteiten

zoals bewegen, wassen, aankleden en communiceren.

Daarnaast is er begeleiding bij stemmingsstoornissen en

het cognitief functioneren. Ook richt de behandeling zich

op participatie van de patiënt aan werk, hobby en sport. De

therapeuten (fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist,

psycholoog, maatschappelijk werker) werken integraal

samen onder leiding van de revalidatiearts.

·

·

Parkinson Vereniging

Veel informatie over

parkinsonismen is te verkrijgen via de Parkinson

Vereniging. Ook bieden zij lotgenotencontact voor

patiënten en hun naasten (zie

Consultatie en verwijzing ).

·

·

Werk

Parkinsonismen beïnvloeden de mogelijkheid om te

werken. De huisarts kan de patiënt wijzen op de expertise

van de bedrijfsarts. Een ergotherapeut geeft praktische

adviezen over de werkplek. Ook kunnen patiënten terecht

bij de werkgroep ‘Parkinson enWerk’ van de Parkinson

Vereniging (zie

Consultatie en verwijzing

).

·

·

Voorzieningen en aanpassingen

Voorzieningen

en aanpassingen (hulpmiddelen, rolstoel/vervoer,

woningaanpassing) zullen nodig zijn, afhankelijk van de

beperkingen. Verwijzing naar een revalidatiecentrummet

kennis van parkinsonismen kan zinvol zijn. De huisarts

kan de patiënt wijzen op mogelijke vergoedingen, zoals

het persoonsgebonden budget (PGB) en verwijzen naar

instanties, onder andere de gemeente, MEE enWelder

(zie

Consultatie en verwijzing )

·

·

Palliatieve zorg

In de laatste fase van de ziekte zijn

weinig patiënten nog thuis. Wanneer dit wel het geval is,

coördineert de huisarts de (palliatieve) zorg voor patiënt

en familie. Van belang is ommet de patiënt en naaste(n)

in een vroeg stadium van de ziekte te bespreken hoe

men wil dat de huisarts handelt in een bepaalde situatie.

Zo is het belangrijk om te bespreken of de patiënt wil

worden gereanimeerd of wil worden opgenomen in een

ziekenhuis en/of verpleeghuis. Leg dit alles goed vast.

Bij parkinsonismen zijn de algemeen geldende richtlijnen

over palliatieve zorg van toepassing.

Rusteloosheid, angst, pijn en dyspneu zijn de klachten

die in de laatste fase de meeste aandacht vragen. Ook

obstipatie, incontinentie en decubitus komen veel voor.

Bij twijfel over behandeling kan de huisarts advies vragen

aan de behandelend neuroloog of consultatieteams

palliatieve zorg (zie

Consultatie en verwijzing

).

Documentatie over de laatste levensfase is beschikbaar bij

de Parkinson Vereniging (zie

Consultatie en verwijzing

).

13