Previous Page  11 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 21 Next Page
Page Background

Parkinsonismen

9

Behandeling

·

·

Algemeen

Er is geen curatieve behandeling voor de in

deze brochure beschreven parkinsonismen (PSP, MSA,

CBD en vasculair parkinsonisme). De behandeling is vooral

symptomatisch en ondersteunend. Behandeling met

medicatie vindt vaak plaats op basis van ‘trial-and-error’

en wordt per patiënt op maat aangepast.

·

·

Multidisciplinair team

De neuroloog en/of huisarts

zijn het eerste aanspreekpunt. Er wordt onder andere

samengewerkt met de fysiotherapeut, logopedist,

ergotherapeut, diëtist, revalidatiearts, uroloog en/

of seksuoloog. Een parkinsonverpleegkundige kan de

patiënt en diens naasten belangrijke ondersteuning

bieden. Veel patiënten hebben baat bij behandeling in een

gespecialiseerd revalidatiecentrum. ParkinsonNet is een

landelijk netwerk van zorgverleners die gespecialiseerd

zijn in het behandelen en begeleiden van patiënten met de

ziekte van Parkinson en parkinsonismen (zie

Consultatie en verwijzing )

.

Bewegingsstoornissen

·

·

Bewegingsarmoede en rigiditeit

Fysiotherapie is de

meest geschikte behandelmethode.

De meeste patiënten reageren niet of slechts tijdelijk op

levodopa. Om te bepalen of levodopa effectief is, moet de

behandeling tenminste drie maanden geprobeerd worden

met een dosering van minimaal 1000 mg levodopa per

dag. Bijwerkingen als orthostatische hypotensie, dystonie,

hyperseksualiteit en dyskinesieën kunnen voorkomen.

Misselijkheid kan bestreden worden met domperidon

(maximaal 3 dd 10 mg, met ECG-controle vanwege een

verhoogd risico op verlengde QT-intervallen). Wanneer de

patiënt overstapt op een ander dopaminergicum, hoeft de

levodopa niet eerst afgebouwd te worden.

Amantadine verbetert bij een deel van de MSA- en PSP-

patiënten de motorische klachten, meestal tijdelijk.

Bijwerkingen als droge mond, obstipatie en verwardheid

komen regelmatig voor. Bij staken van amantadine na

langdurig gebruik moet langzaamworden afgebouwd.

Amitriptyline, SSRI’s, dopamine-agonisten, noradrenergica

en GABA-erge medicatie kunnen bewegingsstoornissen

verminderen.

·

·

Tremor

Adviseer de patiënt uitlokkende factoren te

vermijden, zoals stress, roken, alcohol en koffie.

Levodopa, dopamine-agonisten, amantadine,

clonazepam, oxazepam en niet-selectieve bètablokkers

als propranolol kunnen tremoren verminderen.

Anticholinergica en chirurgische ingrepen als mediale

pallidotomie (waarbij een opzettelijke beschadiging

aangebracht wordt in het deel van de hersenen dat de

bewegingscontrole regelt) en ‘deep brain stimulation’ zijn

niet effectief.

·

·

Cerebellaire ataxie

Fysiotherapie en/of revalidatie

zijn de meest geschikte behandelmethode.

Verschillende medicijnen zijn off-label getest,

voornamelijk in kleine, niet-gerandomiseerde studies. Lage

doses clonazepam en N-acetylcysteïne zijn bij sommige

patiënten effectief bij het bestrijden van een cerebellaire

intentietremor. Ook propranolol, vitamine E, baclofen

of amantadine zijn bij sommige patiënten effectief,

meestal matig. Buspiron heeft soms een positief effect op

ataxie in de armen. Gabapentine kan ataxie, oscillopsie

(schommelend beeld bij hoofdbewegingen) en dysarthrie

verbeteren.

·

·

Myoclonieën

Valproïnezuur, clonazepam, levetiracetam

en piracetam kunnen myoclonieën bij CBD verminderen.

·

·

Dystonie

Fysiotherapie, al dan niet met taping, kan

dystonie verminderen.

Injecties met botulinum A toxine kunnen lokale dystonie

verminderen, zoals bijvoorbeeld bij blepharospasme en

retrocollis (krampachtige achterwaartse flexie van de nek).

Een belangrijke bijwerking van injecties in de nek is het

verergeren van slikklachten.

Anticholinergica, amantadine, dopamine-agonisten,

spierverslappers en tetrabenazine kunnen dystonie

verlichten.

Een nekkraag en ondersteuners op de rolstoel kunnen

ondersteuning bieden.

·

·

Camptocormie (voorwaartse flexie van de romp)

Fysiotherapie, eventueel in combinatie met specifieke

ortheses, kan camptocormie verminderen, evenals het

dragen van een rugzak.

Bij sommige MSA-patiënten helpt levodopa. Injecties met

botulinum A toxine in de musculi recti abdominii zijn bij

sommige patiënten effectief.

·

·

Valpreventie

Fysiotherapie kan het risico op vallen

verminderen. Vaak kan een loophulpmiddel een bijdrage

leveren aan de valpreventie, zoals een verzwaard looprek

of een rollator met laser.

Een veilige omgeving is belangrijk. Zie hiervoor de

NHG- Standaard Fractuurpreventie

.

Autonome dysfunctie

·

·

Orthostatische hypotensie

Orthostatische hypotensie

kan worden veroorzaakt of verergerd door het gebruik van

medicijnen, zoals antihypertensiva, diuretica, amantadine,

levodopa, dopamineagonisten, fosfodiësteraseremmers

(bijvoorbeeld sildenafil), alphablokkers, clonidine en

antidepressiva. De huisarts en/of medisch specialist past

deze medicatie indien mogelijk aan.

Adviseer de patiënt uitlokkende factoren te vermijden,

zoals plotseling opstaan, warme baden en alcohol.

Lichamelijke activiteit verhoogt de bloeddruk. Een

fysiotherapeut kan specifieke houdingen aanleren die de

bloeddruk verhogen.

B

eleid