Previous Page  13 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 21 Next Page
Page Background

Anoftalmie/Microftalmie

·

·

Neem de tijd voor ieder consult, en bied een luisterend oor

voor eventuele vragen en problemen.

·

·

Spreek met betrokken behandelaars af wie

hoofdbehandelaar is en wie het beloop van de ziekte

bewaakt.

·

·

Spreek beleid af en blijf afstemmen met hoofdbehandelaar

(en overige specialisten).

·

·

Wees het eerste aanspreekpunt voor de patiënt, tenzij

anders afgesproken met hoofdbehandelaar.

·

·

Behandel zelf/begeleid/verwijs bij medische klachten of

problemen zonder specifieke ziekte gebonden risico’s,

tenzij anders afgesproken met hoofdbehandelaar.

·

·

Wees op de hoogte van de effecten van de ziekte op

gewone aandoeningen. Dit zal vooral van toepassing

zijn als er naast A/M ook andere systemische afwijkingen

aanwezig zijn.

·

·

Wees bewust van extra ziekte gebonden risico’s en

attendeer de patiënt en de betrokkenen daarop.

·

·

Verwijs door naar de juiste hulpverleners bij complicaties.

·

·

Wees alert op fysieke of emotionele uitputting van naasten

bij (zwaarder wordende) mantelzorgtaken.

·

·

Signaleer en anticipeer op niet-medische vragen en

problemen ten gevolge van diagnose en ziekte.

·

·

Ondersteun bij praktische en psychosociale hulpvragen

(aanpassingen, voorzieningen).

·

·

Zorg dat de dienstdoende huisartsen (ook de

huisartsenpost) bij contact met de patiënt bekend kunnen

zijn met de speciale kenmerken en omstandigheden die de

aandoening met zich meebrengt.

Specifieke aandachtspunten

·

·

Spoedige verwijzing

Belangrijk is dat een kindje dat

met een A/Mwordt geboren, zo spoedig mogelijk door

huisarts, kinderarts of oogarts wordt verwezen naar een

gespecialiseerde kinderoogarts/orbitaspecialist in een

multidisciplinair team. In ieder academisch centrum

in Nederland en in het Oogziekenhuis Rotterdam is

een combinatie van kinderoogarts en orbitaspecialist

aanwezig.

Het is belangrijk dat de aard van het probleem duidelijk

is. Daarnaast is het belangrijk om duidelijkheid te hebben

of er een behandelindicatie is voor optimalisatie van

eventueel nog aanwezige visus.

·

·

Kennis

Er is nog geen Nederlandse richtlijn voor A/M.

Deze brochure helpt de huisarts om de kernpunten van

de behandeling te kennen, en ouders te helpen adviseren

waar zij terecht kunnen voor de beste zorg (zie

Consultatie en verwijzing )

. Houd hierbij rekening met de grote

fenotypische variabiliteit. Per patiënt kan de behandeling

verschillen. Omdat de behandeling per ziekenhuis kan

verschillen, is het voor ouders moeilijk kiezen waar zij het

beste heen kunnen gaan. Ondersteun de ouders hierbij.

·

·

Extra begeleiding op school

Als een kind één goed

oog heeft, is er in principe een bijna normale visuele

ontwikkeling te verwachten. Als kinderen met maar één

oog geboren zijn, leren zij vanaf het begin met dit oog

diepte zien. Indien er visusproblemen zijn, kan extra

begeleiding of tijd nodig zijn. Voorheen konden scholen

begeleiding van

Visio

en

Bartiméus

aanvragen, maar er

zijn nieuwe richtlijnen van het ministerie waarbij alleen

nog extra begeleiding aangevraagd kan worden als een

kind een zeer beperkt zicht heeft. De huisarts kan een rol

spelen bij adviezen aan ouders. Hij kan ook adviseren om

een zitplaats in de klas te vragen met aandacht voor de

optimale afstand tot het schoolbord en de juf/meester.

·

·

Technische handelingen

Kinderen met een oogprothese

hebben soms pijn aan dat oog omdat de prothese niet

goed zit. In dat geval kan aanpassing of onderhoud van

de prothese nodig zijn. Verwijs door naar de ocularist.

Als er kleine problemen zijn waarvoor geen verwijzing

nodig is, zijn ouders doorgaans goed geïnstrueerd om de

prothese er zelf uit te halen. Verwijs, indien dit niet lukt,

bij voorkeur naar de behandelend oogarts of ocularist.

De ocularist heeft een vertrouwensband opgebouwd en

is het meest bedreven in het inzetten en uithalen van de

prothese bij (jonge) kinderen. Ouders van kinderen met

een oogprothese geven aan dat er soms omstandigheden

zijn waarbij het wenselijk is dat de huisarts ook weet hoe

de prothese geplaatst kan worden. Bijvoorbeeld als zij zelf

niet in de buurt zijn, en er iets op school gebeurt. Zorg voor

instructie (eventueel via filmpje van ouders of ziekenhuis)

zodat de kennis aanwezig is om de prothese zo nodig uit

het oog te halen (met een zuignapje) en terug te plaatsen.

Een kind moet vertrouwen hebben in diegene die deze

behandeling verricht; een ontspannen oog is nodig om de

prothese eruit te kunnen halen. De prothese is vrij groot,

omdat hij als functie heeft de weken delen en oogkas op te

rekken.

·

·

Visueel revalidatie- of rehabilitatiecentrum

Bij kinderen

die twee aangedane ogen hebben, is een adequate

begeleiding door oogarts en visueel revalidatiecentrum

noodzakelijk. Het visueel revalidatiecentrum kan al in de

eerste paar maanden professionele adviezen geven voor

aanpassingen in huis om de ontwikkeling van een blind

of slechtziend kind te stimuleren. Ook biedt zij speciaal

onderwijs/schooladvies aan bij ernstige slechtziendheid/

blindheid. Verwijzing naar het visueel revalidatiecentrum

loopt via de oogarts, maar heb als huisarts aandacht voor

uitvoering van dit proces (Zie

Consultatie en verwijzing

).

·

·

Onderwijsmogelijkheden voor kinderen en jongeren

met een visuele beperking

Doordat het aantal

leerlingen met een visuele beperking relatief klein is,

leven er bij ouders en in scholen veel vragen over de

onderwijsbehoeften en onderwijsmogelijkheden van deze

11