Previous Page  10 / 15 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 15 Next Page
Page Background

HSP en PLS

8

Ouders kunnen hierbij hulp krijgen van klinisch genetici

en gynaecologen die verbonden zijn aan een centrum voor

prenatale diagnostiek.

Zwangerschap en lactatie

In de meeste gevallen wordt, als de vrouwHSP of PLS

heeft, perinatale zorg en controle door een gynaecoloog

en bevalling in het ziekenhuis geadviseerd. Meestal

verergeren de symptomen niet tijdens de zwangerschap,

tenzij de aanstaande moeder minder medicatie gebruikt

of hiermee stopt. Er gelden geen bijzondere maatregelen

voor borstvoeding bij vrouwen met HSP of PLS. Het is wel

belangrijk dat wordt gecontroleerd of de medicijnen die de

patiënte gebruikt niet schadelijk zijn voor de baby. Zo nodig

past de behandelend arts de medicatie aan.

Anticonceptie

Vrouwen met HSP of PLS kunnen reguliere anticonceptiva

gebruiken.

In dit hoofdstuk komen de meer algemene en psychosociale

aspecten van de begeleiding en behandeling van HSP-

en PLS-patiënten aan bod. Het medische beleid staat

beschreven in het hoofdstuk

Beleid HSP en PLS .

·

·

Psychosociale begeleiding

De patiënt kan hulp

nodig hebben bij het accepteren van beperkingen

en achteruitgang, gebruik van hulpmiddelen of bij

het omgaan met de pijn. Een afwijkend looppatroon,

spraakstoornissen, afwijkende schoenen en

loophulpmiddelen kunnen aanleiding geven tot pesterijen

en schaamte. Zowel kinderen als volwassenen vinden de

stap naar orthopedisch schoeisel, een wandelstok, rollator

of rolstoel vaak erg moeilijk. Voor PLS-patiënten kan de

onzekerheid over eventuele ziekteprogressie naar ALS heel

moeilijk zijn. Een psycholoog of maatschappelijk werker

kan deze begeleiding geven. Zij zijn bij voorkeur verbonden

aan een revalidatiecentrum voor spierziekten met ervaring

met deze specifieke problematiek (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Belasting omgeving

Let op signalen die kunnen

wijzen op een te grote lichamelijke en/of psychische

belasting bij mantelzorgers en vraag hier actief naar.

Verwijs zo nodig naar maatschappelijk werk en/of

mantelzorgondersteuning.

·

·

Seksualiteit

Seksuele problemen zijn voor de patiënt

en diens partner soms moeilijk bespreekbaar. De

vertrouwensband met de huisarts kan ruimte bieden

om het paar actief naar deze problematiek te vragen.

Het bespreekbaar maken van wensen en grenzen kan

voldoende hulp zijn. Bespreek zo nodig praktische

oplossingen en/of verwijs naar hulpverlening conform de

NHG-Standaard Seksuele klachten .

Ook kan in overleg met

de revalidatiearts het (medicamenteuze) beleid worden

aangepast.

·

·

Werk en studie

Patiënten zullen soms hun studie- en

beroepskeuze af moeten stemmen op hun mogelijkheden

en de te verwachten beperkingen. De huisarts of

revalidatiearts kan de consulent arbeid of bedrijfsarts

inschakelen wanneer aanpassingen op het werk nodig zijn.

·

·

Rijvaardigheid

HSP en PLS (en eventuele medicatie)

kunnen invloed hebben op de rijvaardigheid. Patiënten

kunnen terecht bij het CBR voor beoordeling en zo nodig

een medische keuring (zie

Consultatie en verwijzing

).

Bij motorische problematiek kunnen, na beoordeling door

een rijinstructeur van het CBR, eventueel aanpassingen

worden gerealiseerd, zoals een handbediende rem en

gaspedaal. De patiënt kan hierover informatie inwinnen

bij diverse bedrijven, gespecialiseerd in autoaanpassingen,

of bij een rijschool. Vaak is een proefrit in een aangepaste

auto mogelijk.

·

·

Patiëntenorganisatie

Patiënten en hun naasten kunnen

voor onder andere informatie, lotgenotencontact en

belangenbehartiging terecht bij Spierziekten Nederland

(zie

Consultatie en verwijzing

).

A

andachtspunten voor de huisarts