Previous Page  12 / 19 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 12 / 19 Next Page
Page Background

Klinefeltersyndroom

·

·

Mondzorg

Bij Klinefeltersyndroom is het risico op cariës

en tandbederf verhoogd door gebitsafwijkingen als

taurodontisme. Adviseer een goede mondverzorging en

regelmatige controles bij de tandarts.

·

·

Vermoeidheid

Veel mannen met Klinefeltersyndroom

hebben last van chronische vermoeidheid, ook bij normale

testosteronwaarden. Dit kan het sociale leven ernstig

beïnvloeden. Naast behandeling met testosteron en een

goede balans tussen rust en activiteit kan cognitieve

gedragstherapie helpen. Een fysiotherapeut kan de jongen/

man begeleiden bij (aangepast) sporten om de conditie op

peil te houden.

·

·

Tactiele overgevoeligheid

Met name op de kinderleeftijd

kunnen jongens met Klinefeltersyndroom last hebben van

tactiele overgevoeligheid. Wanneer zij dit nog niet aan

kunnen geven, kan dit leiden tot driftbuien. Zachte kleding

zonder naden en etiketten kan helpen.

·

·

Lichamelijke klachten

Verwijs de jongen/man bij

lichamelijke klachten die de huisarts niet kan duiden

of bij twijfel over de relatie tussen de klachten en het

Klinefeltersyndroom naar een (kinder)endocrinoloog of

androloog.

·

·

Motorische ontwikkeling

Monitoring van de motoriek

door de huisarts, jeugdarts of kinderarts en begeleiding

om eventuele problemen op te vangen is belangrijk voor

latere schoolse vaardigheden en voor het zelfvertrouwen.

Ook ouders kunnen extra aandacht besteden aan het

ontwikkelen van sociale vaardigheden, bijvoorbeeld

door hun zoon een teamsport of scouting te laten doen.

Verwijs de jongen naar een kinderfysiotherapeut als hij

een achterstand in de motorische ontwikkeling heeft op de

zuigelingenleeftijd. Sporten, eventueel onder begeleiding

van een fysiotherapeut, kan kracht enmotoriek verbeteren.

Bij problemen met de fijne motoriek kan ergotherapie

zinvol zijn.

·

·

Spraak-taalontwikkeling

Monitoring van de motoriek

door de huisarts, jeugdarts of kinderarts en begeleiding

om eventuele problemen op te vangen is belangrijk.

Logopedie is aangewezen bij een achterblijvende spraak-

taalontwikkeling. Bij ernstige communicatieproblemen

op de peuterleeftijd kunnen ouders gebarentaal en/of

pictotaal inzetten om frustraties te verminderen.

·

·

Seksualiteit

Klinefeltersyndroom kan de seksuele

activiteit en het zelfbeeld (‘zich volwaardig man voelen’)

negatief beïnvloeden. Het starten van testosteronsuppletie

kan leiden tot hyperseksualiteit. Het onderwerp is voor

de patiënt en zijn eventuele partner soms moeilijk

bespreekbaar. De vertrouwensband met de huisarts kan

ruimte bieden om de man of het paar actief naar deze

problematiek te vragen. Het bespreekbaar maken van

wensen en grenzen kan voldoende hulp zijn. Zo nodig kan

de huisarts praktische oplossingen bespreken en/of de man

en zijn partner naar hulpverlening verwijzen (zie

NHG- Standaard Seksuele klachten )

.

·

·

Psychosociale begeleiding

Klinefeltersyndroom kan een

behoorlijke psychologische impact hebben op de jongens/

mannen en hun naasten. Zij kunnen moeite hebben om de

diagnose te accepteren en zich aan te passen.

Het kan ook gevolgen hebben voor participatie aan

(groeps)sporten en activiteiten waarbij het lichaam

zichtbaar is, zoals een bezoek aan strand, sauna of

zwembad. Mannen met Klinefeltersyndroom en hun

naasten ervaren vaak veel onbegrip door mensen in

de omgeving. Vraag hier actief naar. Psychosociale

ondersteuning door bijvoorbeeld een maatschappelijk

werker of POH-GGZ kan zinvol zijn, evenals een

assertiviteitstraining of training in sociale vaardigheden.

·

·

Ondersteuning van ouders

Ouders die te horen krijgen

dat hun (ongeboren) zoon Klinefeltersyndroom heeft,

maken vaak een rouwproces door en kunnen zich schuldig

voelen. Bied ruimte voor dergelijke gevoelens. Het is

belangrijk dat ouders geen al te beschermende houding

aannemen, maar hun zoon de kans bieden om zich zo goed

mogelijk te ontwikkelen. Ouders kunnen vragen hebben

over wanneer ze hun zoon het beste kunnen vertellen dat

hij Klinefeltersyndroom heeft. Dit moment zal per kind

anders zijn, maar indien mogelijk is het wenselijk om dit in

ieder geval voor de puberteit te bespreken. Adviseer ouders

om open te zijn naar de jongen wanneer hij zelf vragen

heeft.

·

·

Ondersteuning van naasten

Partners en andere naasten

spelen een belangrijke rol bij het opvangen van de

eventuele beperkingen. Afhankelijk van de draagkracht kan

dit een grote draaglast voor de partner zijn. Ook infertiliteit

kan druk leggen op de relatie. Let op signalen die kunnen

wijzen op een te grote belasting en vraag hier actief naar.

Verwijs zo nodig naar psychologische hulpverlening,

maatschappelijk werk of mantelzorgondersteuning.

·

·

School

Het kan verstandig zijn dat ouders de school

inlichten over de eventuele leermoeilijkheden (maar

niet persé over de syndroomdiagnose om negatieve

discriminatie door leerkrachten en medeleerlingen

te voorkomen), zodat leerkrachten daarop kunnen

anticiperen. Belangrijk is een rustige, gestructureerde

werkomgeving, zowel in de klas als bij het huiswerk:

duidelijke instructies, visuele ondersteuning van de

leerstof en voldoende tijd om taken af te ronden. Zo

nodig kunnen ouders bij de schooldirectie extra tijd voor

schoolexamens aanvragen op medische gronden. Ook

remedial teaching en ouderbegeleiding kunnen zinvol zijn.

Voor sommige jongens is speciaal onderwijs een betere

optie dan regulier onderwijs.

10