Klinefeltersyndroom
-- Seksuele problemen als een verminderde libido
(25-30%) en erectiele dysfunctie (30%). Homoseksualiteit
en genderdysforie komen even vaak voor als bij mannen
zonder Klinefeltersyndroom.
-- Kanker:
·
·
borstkanker (absoluut lifetime risico 0,3-1,7%) komt
vooral voor bij mannen met gynaecomastie;
·
·
extragonadale kiemceltumoren (absoluut lifetime
risico 0,4-1%) zijn vaak mediastinaal gelegen en
komen vooral voor tussen de vroege adolescentie en
30-jarige leeftijd.
Overigens is het risico op prostaatkanker verlaagd.
Ontwikkeling
·
·
Intelligentie
De intelligentie is meestal in de normale
range. Wel is het verbale IQ gemiddeld 10 punten lager
dan het performale IQ.
·
·
Motorische ontwikkeling
De motorische ontwikkeling
is vaak vertraagd, waardoor jongens bijvoorbeeld laat
gaan lopen. Het zijn meestal rustige baby’s en passieve,
onhandige peuters. Gedurende het hele leven kunnen er
problemen zijn met de grove en fijne motoriek.
·
·
Spraak-taalontwikkeling
50-80% van de jongens met
Klinefeltersyndroom heeft spraak- en taalstoornissen.
Zij hebben vooral woordvindingsproblemen, moeite met
het formuleren van zinnen en vertellen van een verhaal.
Ook kunnen zij articulatieproblemen hebben. Driekwart
van de jongens heeft moeite met leren lezen (leesapraxie
of dyslexie). Veel jongens hebben moeite met het begrijpen
van gesproken of gelezen taal. Hierdoor kunnen zij
problemen hebben bij het leren van andere vakken.
Psychosociale kenmerken
·
·
Veel jongens en mannen met Klinefeltersyndroom ervaren
problemen met het uitvoeren van opdrachten, onder
meer door concentratieproblemen, een aandachtstekort
(met of zonder hyperactiviteit) en problemen met het
kortetermijngeheugen. Zij kunnen moeite hebben met
plannen en organiseren en schuiven taken makkelijk voor
zich uit.
·
·
Driftbuien komen veel voor, vooral op de kinderleeftijd. Dit
komt enerzijds omdat zij zich niet goed verbaal kunnen
uiten en anderzijds omdat zij het moeilijk vinden om
emoties bij zichzelf en anderen te herkennen.
·
·
Jongens en mannen met Klinefeltersyndroom hebben een
verhoogd risico op angststoornissen, depressie, psychoses
en autismespectrumstoornissen.
·
·
Het zijn vaak rustige en gevoelige jongens met weinig
vrienden. Ten opzichte van jongens en mannen zonder
Klinefeltersyndroom zijn ze vaker creatief en hebben
ze een goed technisch inzicht. Relatief veel jongens en
mannen met Klinefeltersyndroom hebben een gebrek aan
zelfvertrouwen, faalangst, gebrek aan assertiviteit en/of
een laag zelfbeeld. Verlegenheid, sociale impulsiviteit en
neiging tot sociale afzondering komen vaker voor. Hierdoor
kunnen zij moeite hebben met het aangaan en in stand
houden van relaties.
5